Generatie A5

Willem Claassen de Wit 1734 – 1809 ~ Annigje Dirksdochter van Leeuwen 1724 – <1770 ~ Lijsje Jansdochter Nap 1740 – 1807

Foto uit 1930 van het rechthuis annex tapperij te Barwoutswaarder. Dit was eeuwenlang het bestuurlijk centrum van de gemeente Barwoutswaarder en Bekenes. In deze herberg vergaderde schout en schepenen en vonden openbare verkopingen en verpachtingen plaats. Het pand stond ongeveer in het midden van de gemeente aan de Jaagpad langs de Oude Rijn bij de Hoge Rijndijk en werd in de jaren zestig van de vorig eeuw gesloopt.
Foto uit 1930 van het rechthuis annex tapperij te Barwoutswaarder. Dit was eeuwenlang het bestuurlijk centrum van de gemeente Barwoutswaarder en Bekenes. In deze herberg vergaderde schout en schepenen en vonden openbare verkopingen en verpachtingen plaats. Het pand stond ongeveer in het midden van de gemeente vlakbij het Jaagpad langs de Oude Rijn aan de Hoge Rijndijk en werd in de jaren zestig van de vorig eeuw gesloopt. Heden ten dage staat er een gedenkteken op die plek.

A5 Willem Claassen de Wit werd geboren in het buurtschap Lange Linschoten en gedoopt in Linschoten op 14 maart 1734 als zoon van Neeltje Jacobsdochter de Wit en Claas Willemsen de Wit (4.1). Toen Willem geboren werd verkeerde de Nederlanden in benarde omstandigheden. Er was oorlog uitgebroken en het kostte zoveel geld dat toen er vrede kwam de schatkist leeg was. De situatie was zo hopeloos dat de meeste gewesten wegens geldgebrek besloten om hun legers af te danken. En toen in 1730 de aardappel (uit Zuid Amerika) in ons land werd geïntroduceerd, was de prins van Oranje alleen nog stadhouder van gewesten Groningen en Friesland. De andere gebieden hadden tot 1747 een stadhouderloze regeringsvorm.

Kaart van Waarder en omgeving met daarin de polders Barwoutswaarder en Bekenes -gelegen tussen Woerden en Nieuwerbrug - ten Zuiden van de Ouderijn. J.Kuijper, 1865 – 1870.
Kaart van Waarder en omgeving met daarin de polders Barwoutswaarder en Bekenes – gelegen tussen Woerden en Nieuwerbrug – ten zuiden van de Oude Rijn. J.Kuijper, 1865 – 1870.

Willem Claassen de Wit vestigde zich in de streek waar zijn voorvader Willem Claeszen (1) vandaan kwam. Hij trouwde op 26 jarige leeftijd in Waarder op 2 november 1760 met zijn achternicht Annigje Dirksdochter van Leeuwen. Ze was een kleindochter van Jannigje Claasdochter de With (2.3.2) en bijna tien jaar ouder dan Willem. Annigje werd geboren in de Brugsteeg (thans Brugstraat) te Bodegraven en daar gedoopt op 20 oktober 1724 als dochter van Neeltje Elbertsdochter van der Veer en Dirk Pietersz van Leeuwen. Ze was weduwe van Jan Claassen Vink uit Jaarsveld met wie ze op 14 mei 1747 in Waarder huwde. Hij pachtte een boerderij met 10 morgen land in de polder Bekenes bij Waarder en Willem de Wit zette dat bedrijf voort. Hij was bouwboer en huurde deze hofstede tot omstreeks 1789.

Handtekeningen onder testament dat werd opgesteld in het eerste jaar dat Willem Claassen de Wit schepen was. Op 6 april 1764 werd daarin vastgelegd dat het bezit werd nagelaten aan de langst levende echtgenoot. Annigje van Leeuwen ondertekende met een kruis omdat ze niet kon schrijven.
Handtekeningen onder een testament dat werd opgesteld in het eerste jaar dat Willem de Wit schepen was. Op 6 april 1764 werd daarin vastgelegd dat het bezit werd nagelaten aan de langst levende echtgenoot. Annigje van Leeuwen ondertekende met een kruis omdat ze niet kon schrijven.

Vanaf 1764 was Willem de Wit schepen (wethouder) van het ambacht (de gemeente) Barwoutwaarder en Bekenes. Zijn huwelijk van Annigje Dirksdochter van Leeuwen duurde nog geen tien jaar. Ze overleed op de boerderij in Bekenes voor 1770. Op 5 september 1769 kocht Willem het huis van haar vader Dirk Pietersz van Leeuwen. Zijn arbeiderswoning lag aan de Hoge Rijndijk in Nieuwerbrug. In 1772 verkocht Willem dit huis weer en maakte 50 gulden winst (1). Zijn schoonvader woonde bij hem in. Willem de Wit deed aangifte van zijn overlijden op 9 april 1776.

Zes jaar eerder, op 4 juni 1770 hertrouwde Willem Claassen de Wit op 36 jarige leeftijd te Woerden met de 29 jarige Lijsje Jansdochter Nap. Zij werd daar gedoopt op 12 juni 1740 en was een dochter van Geertje Dirksdochter van den Berg en Jan Maartens Nap. Willem had op 30 jarige leeftijd samen met de 58 jarige Jan Janse Nap in de schepenbank van Bekenes en Barwoutswaarder gezeten. Hij was een oom van Lijsje’s vader en zodoende kenden ze elkaar.

Handtekeningen onder een testament dat werd opgesteld op 23 januari 1784 waarin werd vastgelegd dat het bezit werd nagelaten aan de langst levende echtgenoot. Lijsje Nap ondertekende met een kruis omdat ze niet kon schrijven.
Handtekeningen onder een testament dat werd opgesteld op 23 januari 1784 waarin werd vastgelegd dat het bezit werd nagelaten aan de langst levende echtgenoot. Lijsje Nap ondertekende met een kruis, ook zij kon niet schrijven.

Op 25 juli 1789 kocht Willem de Wit een boerderij met opstallen en 7 morgen land in de polder Barwoutswaarder. De hoeve lag tussen de Oude Rijn en de Molenvliet en op 55 jarige leeftijd vestigde hij zich daar met zijn gezin (2). Hij kocht het spul van Daam Spruijt de waard van de herberg aan de Hoge Rijndijk dat ook als rechthuis (gemeentehuis) fungeerde. Schepen Willem de Wit vergaderde daar regelmatig en er werden ook open rechtsdagen gehouden waar hij bij betrokken was.

Lijsje Jansdochter Nap werd 67 jaar en overleed in 1807 op de boerderij in Barwoutswaarder. Haar weduwnaar Willem Claassen de Wit stierf daar twee jaar later op 75 jarige leeftijd in 1809 (3). Op 1 mei 1809 werd een hypotheek van 1000 gulden (hedendaagse koopkrachtwaarde € 7500) die ruste op zijn boerderij afgelost (4). Toen was de kleine hoeve in Barwoutswaarder waarschijnlijk al verkocht door de erfgenamen. 

Kinderen van Willem Claassen de Wit:

A5.1 Neeltje de Wit, dochter van Annigje Dirksdochter van Leeuwen en Willem Claassen de Wit werd geboren in de polder Bekenes en gedoopt in Waarder op 10 juli 1763. Ze stierf daar op 2 jarige leeftijd en werd begraven in Waarder op 11 maart 1766.

A5.2 Nicolaas de Wit, roepnaam Claas zoon van Lijsje Jansdochter Nap en Willem Claassen de Wit werd geboren in de polder Bekenes en gedoopt in Waarder op 28 april 1771. Doopgetuige was zijn tante Annigje Claasdochter de Wit (4.1.1). Hij trouwde met Elisabeth Uittenbogaard in Linschoten op 27 mei 1798. Zie A6

A5.3 Jan de Wit, zoon van Lijsje Jansdochter Nap en Willem Claassen de Wit werd geboren in de polder Bekenes en gedoopt in Waarder op 18 oktober 1772. Doopgetuige was zijn tante Neeltje Jansdochter Nap. Jan trouwde omstreeks 1798 met Dirkje van Harten. Ze werd geboren aan de Woerdense kant van het buurtschap ‘s-Gravesloot en op 2 augustus 1778 gedoopt in Woerden als dochter van gruttersbaas IJsbrand Koll Jans van Harten en Annigje Jansdochter de Kruijf uit Kamerik. Zij was een tante van Hendrik de Kruijf, de man van Marrigje Bos (D8.1). Toen Dirkje van Harten en Jan de Wit huwden was ‘s-Gravesloot een zelfstandige gemeente. Ze vestigden zich daar en zetten waarschijnlijk het bedrijf van haar vader voort. Ze kregen drie kinderen, twee overleden op jonge leeftijd.

Alleen hun zoon Willem de Wit, die in 1799 werd geboren te ’s-Gravesloot groeide op. Hij trouwde op 23 jarige leeftijd op 7 maart 1823 in Kamerik Mijzijde met zijn achternicht Dirkje de Jong. Ze was een dochter van Jan Jans de Jong en Neeltje Jansdochter Verweij, wiens moeder Machteld Claasdochter de Wit (4.1.3) in 1765 haar jongere broer Willem Claassen de Wit (Willems grootvader) aanstelde als Neeltjes voogd. Verder was Dirk de Jong, de tweede man van Aaltje Nap (C5.5) een oom van Dirkje. Haar vader was een broer van hem. Een half jaar na het huwelijk van Dirkje en Willem werd hun zoon Jan de Wit geboren in Kamerik. Daarna vertrokken ze met z’n drieën naar Woerden. Willem was daar werkman in een pan- en steenfabriek. Het bedrijf grensde aan de polder ‘s-Gravesloot, een deel daarvan was afgegraven voor deze industrie.

Beeldhouwwerk van een steenarbeider en zijn meewerkend kind. Het staat aan de Ouderijn - in het voormalige buurtschap Pannenbakkerijen - op de hoek Leidsestraatweg/Jozef Israellaan te Woerden. Ineke van Dijk, 1978.
Beeldhouwwerk van een steenarbeider en zijn meewerkend kind. Het staat aan de Oude Rijn – in het voormalige buurtschap Pannenbakkerijen – op de hoek Leidsestraatweg/Jozef Israelslaan te Woerden. Ineke van Dijk, 1978.

Pan- en steenarbeiders in Woerden werden in de 18e en 19e eeuw op jaarbasis aangesteld en ondergebracht in huisjes van de fabriek. Ook hun vrouw en kinderen moesten meewerken. Hoogzwangere vrouwen stapelden stenen op en werkten tot aan de bevalling. Volgens de Woerdense stadsbeschrijver Olivier Groeneijk in 1829, was het ruw volk dat met een apart dialect sprak, afwijkend van wat de mensen in het centrum spraken. Ze werkten 12 tot 14 uur per dag. In juli hielden ze een eigen ‘pannenbakkerskermis’ en ze waren vaak te vinden in de plaatselijke herbergen.

Willems vader, Jan de Wit overleed op 22 oktober 1828 in ‘s-Gravesloot, hij werd 56 jaar. Omstreeks 1831 ging zijn weduwe Dirkje van Harten dichterbij haar zoon Willem en zijn gezin wonen. Ze huisden in het buurtschap Pannenbakkerijen (de latere Leidsestraatweg) te Woerden. Daar kregen Dirkje de Jong en Willem de Wit nog zes kinderen, die slechts enkele weken leefden. Ook Jan de Wit junior stierf er op negen jarige leeftijd in het jaar 1833.

In 1839 – toen Dirkje van Harten al haar kleinkinderen verloren had – woonde ze daar op 61 jarige leeftijd samen met een zekere meneer van Vliet en werkte ze als baker. Ze was een soort kraamverzorgster. Dirkje begeleidde de vroedvrouw en zorgde na de bevalling enkele dagen voor de baby en de kraamvrouw. Ze werd ingehuurd door rijke boeren en mensen van de gegoede burgerij die zich kraamzorg konden permiteren. Soms woonde ze tijdelijk bij het gezin in, maar meestal nam ze de baby ‘s avonds mee naar huis. Dirkje van Harten werd 70 jaar oud en stierf in de Pannenbakkerijen te Woerden op 10 oktober 1848.

A5.4 Dirk de Wit, zoon van Lijsje Jansdochter Nap en Willem Claassen de Wit werd geboren in de polder Bekenes en gedoopt op 16 juli 1775 in Waarder. Doopgetuige was zijn tante Annigje Claasdochter de Wit (4.1.1). Dirk werd vernoemd naar de vader van zijn vaders vorige vrouw Dirk Pieters van Leeuwen, die bij hen inwoonde. Op 21 jarige leeftijd, in het jaar 1796 kocht Dirk een arbeiderswoning, met schuur en tuin aan de Hoge Rijndijk in Nieuwerbrug onder Waarder, op hetzelfde rijtje waar Dirk van Leeuwen jaren eerder woonde. Waarschijnlijk werkte Dirk de Wit in de buurt als ambachtsman of landarbeider.

Omstreeks die tijd trouwde Dirk de Wit met Marrigje Crijnsdochter Romein, ook geschreven als Romijn. Ze werd geboren in de Korte Waarder – tussen Bekenes en Nieuwerbrug – en gedoopt in Waarder op 26 december 1775. Ze was een dochter van Neeltje Gijsbertsdochter Krijger en Crijn Gijsberts Romein die daar een boerderij in eigendom hadden.

Marrigje en Dirk betrokken de arbeiderswoning in Nieuwerbrug. Net voor de eeuwwisseling verbleven ze een tijdje in Kamerik en in het jaar 1800 keerden ze weer terug in Nieuwerbrug. In 1806 verkocht Dirk de woning daar en vertrokken ze naar Zegveld (5). Dirk en Marrigje kregen zeven kinderen, waarvan er vier op jonge leeftijd stierven. Willem en Neeltje (die in Nieuwerbrug geboren werden) en jongste dochter Lijsje de Wit (die in Zegveld ter wereld kwam) groeiden op een huwden. Hun vader Dirk de Wit stierf in Zegveld voor 1825.

Want op 8 juli 1825 hertrouwde Marrigje Romein op 49 jarige leeftijd in Bodegraven met de 58 jarige Cornelis Zaal. Hij werd op 28 januari 1767 gedoopt in Aalsmeer als zoon van Cornelis Zaal en Jannetje van Zijpveld. Cornelis Zaal junior was scheepmaker (scheeptimmermansbaas) en al tweemaal eerder gehuwd geweest. Hij woonde aan de Meije in Bodegraven en Marrigje trok bij hem in. Het huwelijk duurde slechts zeven jaar. Cornelis Zaal overleed in Bodegraven op 29 oktober 1832, hij werd 65 jaar. Enige jaren nadien ging zijn weduwe Marrigje Romein bij haar dochter Lijsje de Wit in de gemeente Kamerik Houtdijken wonen. Marrigje Crijnsdochter Romein stierf daar op 10 september 1844, ze werd 68 jaar oud. 

A5.5 Geertje de Wit ook genoemd Geertruij, dochter van Lijsje Jansdochter Nap en Willem Claassen de Wit werd geboren in de polder Bekenes en gedoopt op 15 juni 1777 in Waarder. Doopgetuige was haar tante Neeltje Nap. Geertje de Wit huwde op 21 jarige leeftijd in Linschoten op 23 december 1798 met Roelof van Bennekom. Hij werd omstreeks 1776 geboren in Linschoten als zoon van Geertruij Johannesdochter Schrijver en Willem van Bennekom. Zij hadden daar een boerderij in de polder Heeswijk. Geertje en Roelof werden de volgende eigenaren van dat boerenbedrijf. In 1799 werd hun dochter Lijsje van Bennekom daar geboren. Haar vader Roelof van Bennekom overleed er om en nabij het jaar 1810.

Zijn weduwe Geertje de Wit hertrouwde op 34 jarige leeftijd in Linschoten op 26 december 1811 met de 23 jarige Martinus van Gulik, ook geschreven als Guilik. Hij was een neef van haar vorige echtgenoot en werd op 7 juli 1788 geboren in Schiedam. Martinus was een zoon van Jacoba Johannesdochter Schrijver en Martinus Jans van Gulik, die gruttersknecht van beroep was.

Geertje en Martinus kregen drie zonen Jacobus, Roelof en Martinus van Gulik, die ook op de boerderij in Linschoten geboren werden. Ze groeiden daar samen op met hun halfzus Lijsje van Bennekom en huwden alle vier. Martinus van Gulik werd 46 jaar en overleed op zijn boerderij op 1 november 1834. Zowat 20 jaar daarna stierf Geertje de Wit er op 3 oktober 1853. Ze werd 76 jaar oud. De polder Heeswijk was onderwijl bij Montfoort gevoegd en daar werd hun beider overlijden aangegeven. 

A5.6  Jacob de Wit, zoon van Lijsje Jansdochter Nap en Willem Claassen de Wit werd geboren in de polder Bekenes en gedoopt 13 december 1778 in Waarder. Doopgetuige was zijn tante Neeltje Nap. Jacob huwde niet en overleed op 62 jarige leeftijd in Oudewater op 26 maart 1841.

A5.7 Neeltje de Wit, dochter van Lijsje Jansdochter Nap en Willem Claassen de Wit werd geboren in de polder Bekenes en gedoopt 7 januari 1781 in Waarder. Doopgetuige was haar tante Neeltje Nap. Neeltje de Wit overleed te Barwoutswaarder in 1805, 24 jaar oud.