Generatie D7

Marrigje Beijen 1777 – 1848 & Teunis Jans Bosch 1774 – 1849

Tegel uit de voormalige boerenwoning van de familie Bos aan Noord IJsseldijk 41 in IJsselstein, met de afbeelding van koning Willem I. Deze tegel is onderdeel van een serie, die er met de sloop van het pand in 1973 uit werd gehaald. Het is van de hand van meester schilder Abraham van Griethuizen (1751 – 1843). De hele serie werd in 2006 door het veilinghuis Christie te Londen geveild (1).
Tegeltableau uit de voormalige boerenwoning van de familie Bos aan Noord IJsseldijk 41 in IJsselstein, met een afbeelding van koning Willem I. Deze wandtegels zijn onderdeel van een serie, die er met de sloop van het pand in 1973 uit werden verwijderd. Ze zijn van de hand van meester schilder Abraham van Griethuizen (1751 – 1843). De hele serie werd in 2006 door het veilinghuis Christie te Londen geveild (1).

Marrigje Beijen en Teunis Bosch leefden in de Franse tijd. In 1813 – toen ze dertien jaar getrouwd waren – werd Frankrijk verslagen en deed Napoleon afstand van de troon. De voormalige Oostenrijkse Nederlanden (het huidige België) en het grondgebied van de oude Republiek der Nederlanden werden samengevoegd om als buffer tegen het overwonnen Frankrijk te dienen. En op 6 maart 1815 riep prins Willem Frederik van Oranje Nassau (1772 – 1843) zichzelf uit tot koning Willem I der Nederlanden.

Hij handhaafde de bestuurlijke hervormingen uit de Franse tijd en wilde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden een moderne en verlichte eenheidsstaat maken. Maar de rooms katholieke Belgen hadden niet veel op met de nieuwerwetse protestantse vorst. Toen in Vlaanderen het Nederlands als officiële taal werd ingevoerd, stuitte dat op groot verzet van de verfranste burgerij. Doch de verplichting om mee te moeten betalen aan de enorme staatsschuld van het Noorden, wekte de meeste weerstand op.

In 1830 kwamen de Belgen in opstand. Willem I stuurde het leger erop af, maar dat mocht niet baten. De Fransen zetten troepen in om de intussen ingezworen koning Leopold te helpen en België verklaarde zich onafhankelijk. Willem I wilde zich er niet bij neerleggen. Hij hield nog negen jaar een leger op de been, tot de staat aan de rand van bankroet stond. Pas in 1839 erkende hij eindelijk de Belgische onafhankelijkheid. En het jaar erop deed Willem I gedesillusioneerd afstand van de troon.

Dit gebeurde tijdens het leven van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch en beïnvloedde ook het bestaan van hun kinderen en kleinkinderen. Want koning Willem I liet een lege staatskas achter. Zijn beleid was gericht geweest op de industrialisatie van België, dat zich na de onafhankelijkheid in snel tempo ontwikkelde tot het meest geïndustrialiseerde land in Europa. Ze hadden daardoor een forse technische en economische voorsprong op de Noordelijke Nederlanden, waar de industrie pas langzaam op gang kwam in de tweede helft van de 19e eeuw.

D7 Teunis Jans Bosch, zoon van Marrigje Jansdochter Bosch en Jan Teunisz Bosch (D6) werd op 9 januari 1774 geboren in Vreeswijk. Zijn ouders huurden er een boerderij aan de Wiersdijk, bij landgoed de Wiers. Toen hij 14 was verhuisden ze naar het Boveneind van Lopik, waar een akkerbouwbedrijf werd gekocht. Dit buurtschap grensde aan het dorp Benschop in de voormalige baronie van IJsselstein.

Teunis trouwde op 26 jarige leeftijd op 9 maart van het jaar 1800 in de gereformeerde kerk van Benschop met de 22 jarige Marrige Beijen, ook genoemd Merrigje en Mergje. Kerk en staat waren gescheiden en een kerkelijk huwelijk was niet langer rechtsgeldig. Daarom trouwden ze dezelfde dag ook voor schout en schepenen van Benschop. Daarvoor werd op 23 februari 1800 een trouwvergunning afgegeven door het gerecht in Lopik.

Marrigje werd gedoopt in Benschop op 6 juli 1777 en was een dochter van Jan Thomas Beijen en Jannigje van den Bos (DD7.9.3), die een jaar voor Marrigje trouwde was overleden. In 1809 trouwde een zus van Marrigje  –  Lijsje Beijen – met Johannes Jans Bosch (D6.10), de jongste broer van Teunis. En in 1811 huwde hun broer Gerrit Beijen met Teunis nicht Cornelia Jillesdochter Oskam (D6.3).

Marrigje Beijen en Teunis Bosch huurden een boerderij van haar vader in de Zuidzijderpolder van Bodegraven. Daar werden vier kinderen geboren, één baby overleed voor ze een week oud was. Toen Marrigje en Teunis zes jaar getrouwd waren, verhuisden ze met drie kleine kinderen naar de boerderij van zijn ouders in Lopik.

Want eind oktober 1805 stierf Teunis moeder Marrigje Jansdochter Bosch. In haar testament had ze aangegeven dat ze graag wilde dat één van haar zonen haar boerderij en landerijen zou overnemen (2). Dat verzoek was bij de verdeling van de erfenis door de boedelbeheerders in volgorde van ouderdom aan ze voorgelegd en Teunis (de tweede zoon) kocht het bedrijf voor de boedelwaarde. Hij leende daarvoor ongeveer 4000 gulden (koopkracht waarde circa € 40.000) van zijn schoonvader Jan Thomas Beijen. Deze lening werd verrekend met de erfenis van Marrigje Beijen.

Stamboomprent van Marrigje Beijen die in 1827 werd geschilderd. Ze liet het kunstwerk na aan haar zoon Teunis Bos (D7.9) en vervolgens ging het over op diens zoon Teunis en na hem kreeg zijn zoon Teunis Bos het.

Jan Thomas Beijen overleed op 84 jarige leeftijd in 1827. Voor zijn nakomelingen waren aquarellen gemaakt waar de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van hem en Jannigje van den Bos op symbolische wijze werden afgebeeld in de takken, twijgen en bladeren van een stamboom. Marrigje Beijen kreeg prent G. Zij en haar nageslacht zijn aan de vierde tak aan de rechterzijde van de boom uitgebeeld (3).

Daarnaast erfde Marrigje 8 hectare weidegrond en hooiland in het Boveneind van Lopik, waar de boerderij en landerijen van haar en Teunis Bosch gelegen waren. En ze kreeg een hofstede met 20 hectare grond in de polder Bloemendaal bij Gouda, tussen de Kleiweg en de Omloop. Deze hoeve kwam uit de nalatenschap van haar grootouders Gerritje van der Lee en Maarten van den Bos (DD7.9). Het onroerend goed dat Marrigje ontving had een totale waarde van 9200 gulden (koopkrachtwaarde € 95.000) en ze moest 3777 gulden (€ 40.000) bijbetalen, vanwege openstaande leningen (4).

In Lopik kregen Marrigje en Teunis nog tien kinderen. Eén meisje en vier jongens groeiden op samen met de drie kinderen die in Bodegraven geboren waren en huwden. Marrigje Beijen overleed op vrijdag 28 april 1848 in Lopik, ze werd 70 jaar oud. Haar weduwnaar Teunis Jans Bosch stierf daar acht maanden later op vrijdag 5 januari 1849, vier dagen voor zijn 75ste verjaardag.

Marrigje en Teunis waren zeer kapitaalkrachtig. Hun nalatenschap bevatte onder meer drie boerderijen gelegen ‘Boven het dorp (in het Boveneind)’ van Lopik. Dit buurtschap bevond zich tussen Lopik en Lopikerkapel en lag aan de hedendaagse Lopikerweg Oost te Lopik.

Kinderen van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch:

In 1810 werd Holland een onderdeel van het Franse Rijk en stelde Keizer Napoleon de gemeentelijke burgerlijke stand in. Iedere inwoner was verplicht zich daar te registreren en een achternaam te kiezen. Kinderen dienden de naam van de vader te krijgen. Teunis en de meeste van zijn familieleden kozen voor een naam in moderne spelling en lieten zich met de achternaam ‘Bos’ inschrijven. Daarom is de familienaam van het nageslacht dat daarna ter wereld kwam, zo genoteerd.

D7.1 Jannigje Bosch, dochter van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 20 oktober 1800 gedoopt in Bodegraven. Ze werd vernoemd naar haar grootmoeder Jannigje van den Bos (DD7.9.3). Toen Jannigje Bosch 5 was verhuisden ze naar de Lopikerweg Oost in Lopik, waar ze opgroeide. Ze trouwde op 20 jarige leeftijd te Lopik op 12 oktober 1821 met de 23 jarige Cornelis Jacobs Spelt. Hij werd op 14 mei 1797 geboren in de polder Oudenrijn (een buurtschap tussen de Meern en Utrecht) als zoon van Adriana Andriesdochter van der Heeden een oudere zus van Jannigjes tante Maria Andriesdochter van der Heeden (D6.2) en van Jacob Cornelisz Spelt, een neef van Wijntje Spelt de tweede vrouw van Marcelis van Bemmel (BB6).

De ouders van Cornelis hadden een boerenbedrijf aan de Voordorpsedijk in het dorp Blauwkapel, dat toentertijd bij Maartensdijk hoorde. Het bruidspaar vestigde zich op een nabijgelegen boerderij aan de Voordorpsedijk. Daar werden vijftien kinderen geboren en elf van hen bereikten de volwassen leeftijd. Jacobus, Adriana, Maria, Janna, Cornelis en Jannigje Spelt huwden in Maartensdijk.

Herfstfoto van de Lopikerweg Oost, die van Lopik naar Lopikerkapel loopt. Rechts stroomt de Enge IJssel. Het land van de boerderijen ter linkerzijde grensde vroeger aan Benschop. Jan en Teunis Spelt hadden elk ook een perceel grond tegenover hun hofstede, wat ze verpachtten. Deze stukken land lagen aan de andere kant van de Enge IJssel tussen Grave en Jaarsveld (5).
Herfstfoto van de Lopikerweg Oost, die van Lopik naar Lopikerkapel loopt. In het midden stroomt de Enge IJssel. De boerderijen van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch lagen ter linkerzijde en de landerijen grensden aan Benschop. Hun kleinzonen Teunis en Jan Spelt hadden elk ook een perceel grond tegenover hun hofstede, wat ze verpachtten. Deze stukken land lagen aan de rechterkant van de Enge IJssel tussen Grave en Jaarsveld (5).

De ouders van Jannigje Bosch bezaten meerdere boerderijen aan de Lopikerweg Oost in Lopik toen ze overleden. Omstreeks 1850 erfde Jannigje twee hofsteden van hen, één daarvan was haar ouderlijk huis. De andere heette de Paulushoeve (5en stond ter hoogte van Lopikerweg Oost 99, daarbij hoorde iets minder land. En in 1855 verhuisden de 58 jarige Cornelis Spelt en de 54 jarige Jannigje Bosch naar Lopik en betrokken met hun vijf jongste kinderen de boerderij waar haar ouders en grootouders gewoond hadden. Het was een akkerbouwbedrijf en ze maakten er ook kaas en boter.

Hun zoon Teunis Spelt trouwde in 1860 met zijn achternicht Cornelia de Gier, een kleindochter van Annigje Jansdochter Bosch (D6.3). Ze vestigden zich op de Paulushoeve. Pieter Spelt trouwde in 1862 te Lopik met zijn buurmeisje Aafje de Gier – een achternicht van Cornelia – en zette samen met haar het boerenbedrijf van haar ouders voort. Cornelia Spelt huwde in 1865 te Lopik met haar achterneef Teunis van der Heeden, een kleinzoon van haar oudtante Janna Beijen. Ze vestigden zich op de boerderij van zijn ouders aan de Mijzijde in Kamerik.

Haar zus Marrigje Spelt trad een maand later in het huwelijk met Hendrikus Veen. Zij hadden een boerderij in Lopikerkapel. En de jongste zoon Jan Spelt trouwde in 1869 te Lopik met zijn buurmeisje Marrigje Annigje de Gier, een zus van Aafje. Zij trok bij hem en zijn ouders in en ze hebben samen dat boerenbedrijf gecontinueerd.

Zeven jaar daarna, in 1876 verkocht Jannigje Bosch haar boerderijen met opstallen en land aan de Lopikerweg Oost aan haar zoons Teunis en Jan Spelt (6). Een jaar later stierf ze op de boerderij van haar zoon Jan op maandag 24 december 1877, ze werd 77 jaar. Haar weduwnaar Cornelis Jacobs Spelt overleed er tien jaar later op zondag 9 oktober 1887, hij werd 90 jaar oud.

D7.2 Marrigje Bosch, dochter van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 7 december 1801 geboren in Bodegraven en ze overleed daar voor november 1805.

D7.3 Jan-Teunis Bosch, zoon van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 25 oktober 1804 geboren in Bodegraven. Toen hij 1½ jaar was verhuisden ze naar de Lopikerweg Oost in Lopik, waar hij opgroeide. Deze buurt grensde aan het dorp Benschop en daar trouwde Jan-Teunis op 27 jarige leeftijd op 31 augustus 1832 met de 26 jarige Grietje Kasteleijn. Zij was er op 20 december 1805 geboren als dochter van Willem Jans Kasteleijn en Neeltje Andriesdochter van der Heeden. Grietjes moeder was een zus van Jan-Teunis tante Maria Andriesdochter van der Heeden (D6.2) en van Adriana Andriesdochter van der Heeden de schoonmoeder van Jannigje (D7.1) en Marrigje Bosch (D7.4).

Grietje Kasteleijn en Jan-Teunis Bosch vestigden zich net als zijn zussen Jannigje en Marrigje Bosch in Maartensdijk. Waarschijnlijk hadden zij daar ook een boerenbedrijf. Ze kregen vier kinderen en één jongetje overleed op 2 jarige leeftijd. Teunis, Neeltje en Marrigje Bos groeiden op in Maartensdijk en huwden. Jan-Teunis Bosch overleed op 77 jarig leeftijd in Maartensdijk op zondag 5 maart 1882. Grietje Kasteleijn overleed er zes dagen later op zaterdag 11 maart 1882, ze werd 76 jaar oud.

D7.4 Marrigje Bosch, dochter van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 24 november 1805 geboren in Bodegraven en toen ze een half jaar oud was verhuisden ze naar de Lopikerweg Oost in Lopik waar Marrigje opgroeide. Ze trouwde op 25 leeftijd te Lopik op 17 maart 1831 met de 26 jarige Pieter Jacobs Spelt, een jongere broer van Cornelis Jacobs Spelt (D7.1) en een neef van Grietje Kasteleijn de vrouw van Jan-Teunis Bosch (D7.3). Pieter was een zoon van Adriana Andriesdochter van der Heeden een oudere zus van Marrigjes tante Maria Andriesdochter van der Heeden (D6.2) en van Jacob Cornelisz Spelt, een neef van Wijntje Spelt de tweede vrouw van Marcelis van Bemmel (BB6).

Gezicht vanaf de Voordorpsedijk op Blauwkapel. Anonieme tekening, circa 1800.
Gezicht vanaf de Voordorpsedijk op Blauwkapel. Anonieme tekening, circa 1800.

Pieter Spelt werd op 9 mei 1804 geboren aan de Voordorpsedijk in het dorp Blauwkapel, wat toen bij Maartensdijk hoorde. Tegenwoordig is het een onderdeel van de gemeente Utrecht. De ouders van Pieter hadden er een boerderij. Marrigje en hij vestigden zich daar en hebben dat boerenbedrijf voortgezet. Ze kregen dertien kinderen, waarvan er twee op jonge leeftijd overleden.

Zoon Teunis Pieters Spelt werd 81, Jan Pieters Spelt werd 75, Marrigje Pietersdochter Spelt werd 50, Cornelis Pieters Spelt werd 55 en Willem Pieters Spelt werd 82 jaar oud en ze bleven alle vijf ongehuwd. Jacobus Pieters Spelt, Adriana, Janna en de tweeling Maria en Jannigje Pietersdochter Spelt trouwden wel en kregen waarschijnlijk geen kinderen. Alleen Pieter Pieters Spelt kreeg een zoon, die ook Pieter werd genoemd.

Hun vader en grootvader Pieter Jacobs Spelt stierf zondag 30 oktober 1859 op zijn boerderij aan de Voordorpsedijk in Blauwkapel onder Maartensdijk, hij werd 55 jaar. Zijn weduwe Marrigje Bosch overleed er een jaar later op donderdag 25 oktober 1860, zij werd 54 jaar oud.

D7.5 Janna Bosch, dochter van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 20 oktober 1807 geboren aan de Lopikerweg Oost in Lopik, waar haar ouders een akkerbouwbedrijf hadden. Ze werd op 25 oktober 1807 gedoopt in de gereformeerde kerk van Lopik. Doopgetuige was haar tante Janna Beijen, naar wie ze vernoemd werd. Janna trouwde daar op 22 jarige leeftijd op 17 maart 1830 met de 24 jarige Jan van Schieveen. Hij werd geboren in het naburige dorp Benschop op 28 september 1805 en was een zoon van Annigje Jansdochter Blom en Paulus Cornelisz van Schieveen.

Janna en Jan woonden op de boerderij van haar ouders in Lopik. Daar werd in het jaar 1831 een dochter geboren, die nog geen maand leefde. In 1832 vestigden Janna en Jan zich in Harmelen waar twee jongens geboren werden, één overleed daar toen hij een jaar was. Omstreeks het jaar 1836 verhuisden ze naar Willeskop, bij Montfoort. Daar werden nog vijf kinderen geboren, van wie er drie de volwassen leeftijd bereikten.

Om en nabij het jaar 1850 betrokken ze een boerderij aan de Lopikerweg Oost in Lopik, die Janna Bosch van haar ouders erfde. Dat was niet Janna’s ouderlijk huis, die hofstede ging naar haar oudste zus Jannigje Bosch (D7.1). Janna erfde ook de hofstede met 20 hectare land in de polder Bloemdaal, die ooit aan haar overgrootvader Maarten van den Bos (DD7.9) had toebehoord. Drie jaar daarna overleed Jan van Schieveen op de boerderij in Lopik op zaterdag 29 januari 1853, hij werd maar 47 jaar.

Zijn zoon Teunis van Schieveen die geboren was in Harmelen, trouwde in 1861 met Adriana Wilhelmina Jonkers en vestigde zich op de hoeve in de polder Bloemendaal onder Gouderak. Diens zus Janna van Schieveen huwde in 1867 te Lopik met haar achterneef Pieter Lekkerkerker, een kleinzoon van haar oudtante Anna Maria Beijen. Ze gingen in Benschop wonen. Mergje van Schieveen trouwden in 1870 met Pieter de Groot en zij vestigden zich op een nabijgelegen hoeve aan de Lopikerweg Oost in Lopik.

Moeder Janna Bosch werd 75 jaar en overleed zaterdag 25 augustus 1883 op de boerderij in Lopik. Ze woonde samen met haar jongste zoon, de 44 jarige Paulus van Schieveen die haar boerenbedrijf erfde. Hij huwde niet en stierf daar op 67 jarige leeftijd in 1906. Paulus vermaakte de boerderij aan de Lopikweg Oost te Lopik aan zijn broer Teunis van Schieveen (7).

 D7.6 Willem Bosch, zoon van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 2 november 1808 geboren aan de Lopikerweg Oost in Lopik, waar zijn ouders een akkerbouwbedrijf hadden. Hij werd op 19 november 1808 gedoopt in de gereformeerde kerk van Lopik. Doopgetuige was zijn tante Willempje Beijen. Willem trouwde op 20 jarige leeftijd in Benschop op 18 juni 1829 met de 26 jarige Niesje van der Vlist. Ze werd op 31 maart 1803 geboren in Benschop en was een dochter van Adriana Dirksdochter de Beeld en Ernst Joostz van der Vlist.

Niesje en Willem gingen in Benschop wonen en hadden er een akkerbouw bedrijf. Daar werd enkele maanden later hun dochter Adriana Bos geboren. Zij was waarschijnlijk hun enige kind en huwde in 1851 met landbouwer Jan Maaijen. Ze kregen vijf kinderen en bewoonden vanaf 1881 landhuis Zeldenrust in Benschop.

De grond waarop dit landhuis stond werd in 1840 aangekocht door een neef van Willem Bosch, Jan Bos de enige zoon van Jan Jans Bosch (D6.2). Willems vrouw, Niesje van der Vlist overleed dinsdag 8 januari 1867 op hun boerderij in Benschop, ze werd 63 jaar. En Willem Bosch zelf stierf daar een half jaar later op woensdag 24 juli 1867, hij werd 58 jaar oud.

D7.7 Jan-Thomas Bos, zoon van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 11 november 1810 geboren aan de Lopikerweg Oost in Lopik, waar zijn ouders een akkerbouwbedrijf hadden. Hij werd 19 november 1810 gedoopt in de gereformeerde kerk van Lopik. Doopgetuige was zijn tante Anna Maria Beijen. Hij werd vernoemd naar zijn 67 jarige grootvader Jan Thomas Beijen die vast met de rest van de familie in de kerk aanwezig was, toen er een naamgenoot van hem werd gedoopt. Zie verder D8

D7.8 Teunis Bos, zoon van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 16 september 1812 geboren in Lopik. Hij overleed daar voor hij twee maanden oud was op 4 november 1812.

D7.9 Teunis Bos, zoon van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 18 januari 1814 geboren aan de Lopikerweg Oost in Lopik, waar zijn ouders een akkerbouwbedrijf hadden. Hij trouwde op 29 jarige leeftijd op vrijdag 18 augustus 1843 in Benschop met de 20 jarige Grietje Snoek. Ze werd geboren in Stolwijk op 1 november 1822 en was een dochter van Celia Jansdochter Kloot en Cornelis Pieters Snoek, die in Benschop een boerenbedrijf hadden.

Drie maanden later werd hun oudste dochter Marrigje Bos geboren op de boerderij van Grietjes ouders in Benschop. Vervolgens pachtten ze een boerderij ter hoogte van Van Teylingenweg 200 in Kamerik (13) en verhuisden ze daarheen. In 1849 werd hun dochter Celia daar geboren. En omstreeks 1850 – toen de erfenis van Teunis ouders werd uitgekeerd – kocht hij deze hoeve. 

In Celia’s geboortejaar 1849 huurde Teunis Bos ook boerderij ’t Klaverblad in de polder Weijland in Bodegraven. De boerderij was nieuw gebouwd en stond aan het hedendaagse adres Weijland 17 te Nieuwerbrug (toentertijd gemeente Bodegraven). Het gezin verhuisde daarheen en ze hadden er een veehouderij. De hoeve in Kamerik werd enkele jaren verhuurd door Teunis Bos en omstreeks 1855 verkocht.

Foto uit 1967 van de boerderij in Nieuwerbrug die Teunis Bos in 1855 kocht en de naam ‘Veelust’ gaf. Aan het eind van de 19e eeuw noemden zijn opvolgers de hofstede ‘Waarborg’. Deze hoeve met rieten wolfdak is een rijksmonument en werd volgens de gevelsteen gebouwd in 1791.
Foto uit 1967 van de boerderij in Nieuwerbrug die Teunis Bos in 1855 kocht en de naam ‘Veelust’ gaf. Aan het eind van de 19e eeuw noemden zijn opvolgers de hofstede ‘de Waarborg’. Deze hoeve met rieten wolfdak is een rijksmonument en werd volgens de gevelsteen gebouwd in 1791.

In 1855 kocht Teunis Bos een veehouderij in de polder Weijland onder Bodegraven, aan het hedendaagse adres Weijland 9 aan de Noordzijde van de Rijn tussen Bodegraven en Nieuwerbrug (8). Hij gaf die hofstede de naam ‘Veelust’ en het gezin ging daar wonen, terwijl hij ook de nabijgelegen pachtboerderij ‘t Klaverblad aanhield.

Er werden nog zes kinderen geboren in de polder Weijland. Drie van hen overleden op jonge leeftijd en twee jongens en een meisje die ter wereld kwamen op boerderij Veelust, groeiden op langs de Rijn bij het dorp Nieuwerbrug in de gemeente Bodegraven samen met hun twee oudere zussen.

De oudste dochter Marrigje Bos trouwde in 1865 met Gijsbert de Kruijf. In eerste instantie woonden en werkten ze op de boerderij van zijn ouders in Zegveld en per 1 mei 1873 verhuisden ze met zeven kinderen (de oudste drie waren geboren op boerderij Veelust) naar pachtboerderij ’t Klaverblad in Bodegraven.

Celia Bos trouwde in 1872 met Hendrik Middelkoop. Ze kregen geen kinderen en vertrokken in 1892 naar Westfalen in Duitsland, waar ze overleden. Dirkje Bos – de jongste dochter – huwde in 1889 met Adrianus Lekkerkerker. Hij was een achterkleinzoon van Marrigje Cornelisdochter Bosch (D5.2.6). Dirkje en Adrianus vestigden zich in Benschop.

De jongste zoon Cornelis Bos had een akkerbouwbedrijf in Bodegraven. Hij bleef ongetrouwd en was goed bevriend met zijn eveneens ongehuwde achterneef Cornelis Beijen Jilleszoon die ook een boerderij in Bodegraven bezat. In 1895 kochten de achterneven bij een openbare verkoping in hotel van Haaften in Bodegraven een huis aan het Jaagpad bij de Wierickerschans in Bodegraven (9). Ze betaalden ieder de helft van de koopsom en een maand later verkocht Cornelis Bos zijn deel van het huis aan Cornelis Beijen. Cornelis Bos werd 66 jaar en overleed in 1925 te Bodegraven.

De oudste zoon Teunis Bos junior trouwde in 1877 op 22 jarige leeftijd te Zegveld met Magcheltje van Dommelen, de 23 jarige dochter van weduwnaar Leendert van Dommelen. Hij was eigenaar van boerderij de Loet, ter hoogte van Meije 310 in Zegveld. Het was de bedoeling dat Teunis zijn vader zou opvolgen op boerderij Veelust in Bodegraven en na zijn trouwen werkte hij daar een paar jaar. Magcheltje en hij kregen twee zonen die allebei geboren werden op boerderij de Loet in Zegveld.

Magcheltje en Teunis huwden aan het begin van de landbouwcrisis. De Europese markten werden overspoeld met goedkoop graan uit Amerika, dat machinaal was geproduceerd. De graanprijzen kelderden en de overheid kon geen beschermende maatregelen nemen omdat de schatkist leeg was (zie D7). Veel bedrijven schakelde over van akkerbouw naar veeteelt, waardoor de zuivel- en vleesprijzen daalden en de landbouwcrisis zich uitbreidde over de hele agrarische sector. En net als zijn neef Gijsbert Bos (DD9.1) in Harmelen en de meeste andere kinderen van zijn oom Jan Thomas Bos (D8) die zwaar te lijden hadden onder de landbouwcrisis, stopte ook Teunis Bos junior met boeren in Bodegraven.

In 1882 betrokken ze een huis met erf en tuin in Rietveld. Deze woning was van Magcheltjes vader en Teunis werd schipper. Hij had een veerdienst voor vrachtvervoer van Zegveld en Nieuwerbrug over de Rijn naar Leiden en Utrecht en andersom. Hij meerde zijn schip af in een haven in het riviertje de Greft bij Rietveld. Teunis Bos junior werd maar 37 jaar en stierf in 1892 aan cholera.

Zijn twee zonen zetten samen de veerdienst voort. De jongste zoon Leendert Bos was 16 jaar toen hij op donderdag 14 juli 1895 overboord viel in de Rijn nabij Leiderdorp. De boordknecht met wie hij samen voer deed alles om het schip dat hard voor de wind ging, te stoppen. De kapitein van een stoomboot die het zag gebeuren blies op de stoomfluit om de omwonende te alarmeren en na 20 minuten werd de drenkeling uit het water gehaald. Een dokter arriveerde en twee uur lang werden pogingen ondernomen om zijn levensgeest weer op te wekken, maar het was tevergeefs. En toen heeft de schippersknecht de veerboot met het lijk van de verdronken Leendert teruggevaren, naar de haven in Rietveld (10).

Advertentie in de Schoonhovense Courant, zaterdag 27 juli 1895.

Twee weken later bood zijn moeder Magcheltje van Dommelen het veerrecht en de veerschuit te koop aan. Haar zwager Gijsbert de Kruijf nam het van haar over en zette de veerdienst voort.

Grootvader Teunis Bos senior was twintig jaar eerder overleden, op woensdag 2 september 1874 op zijn boerderij Veelust in de polder Weijland te Bodegraven, hij werd 60 jaar. Zijn weduwe Grietje Snoek stierf daar zeventien jaar later op donderdag 12 november 1891, ze werd 69 jaar oud. Bij de boedelscheiding in 1892 werd boerderij Veelust aan Marrigje Bos en haar echtgenoot Gijsbert de Kruijf toegewezen. Ze veranderde de naam van de hoeve in ‘de Waarborg’ en Marrigje overleed daar in 1901.

Vervolgens hertrouwde haar 61 jarige weduwnaar in 1904 te Rietveld met zijn 50 jarige schoonzus Magcheltje van Dommelen, de weduwe van Teunis Bos junior. Gijsbert had drie zonen van 16, 18 en 21 jaar die nog thuis woonden en Magcheltje trok bij hen in op hofstede de Waarborg.

Magcheltjes enige overgebleven kind Teunis Bos – die 26 was toen zijn moeder hertrouwde – was fel tegen dit huwelijk en wees het ernstig en hartgrondig af  (11). De relatie liep stuk en er volgde een scheiding van tafel en bed. Magcheltje vertrok in 1908 uit Bodegraven en ging weer in haar huis in Rietveld wonen, dat ze in 1903 had geërfd toen haar vader was overleden.

Gijsbert de Kruijf stierf op zijn boerderij in Bodegraven in maart 1912, hij werd 69 jaar. Een maand later werd er boelhuis (12) gehouden op hofstede de Waarborg en verkochten zijn kinderen de boerderij. Magcheltje van Dommelen werd 61 jaar oud en overleed in 1916. Ze woonde bij haar zoon Teunis Bos op boerderij de Loet in Zegveld. Deze hofstede had Magcheltje ook van haar vader geërfd. Haar zoon zette het boerenbedrijf van zijn grootvader voort en werd de volgende eigenaar.

De Meije 310 – waar deze voormalige boerderij staat – ligt in het verlengde van de Bosweg. Beide wegen lopen langs natuurgebied de Haeck waar lang geleden een burcht heeft gestaan waaraan de achternaam van Teunis Bos en zijn voorgeslacht is ontleend. Zie laatste alinea in parenteel Bos.

 D7.10 Pieter Bos, zoon van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 13 september 1815 geboren aan de Lopikerweg Oost in Lopik, waar zijn ouders een akkerbouwbedrijf hadden. Hij trouwde op 28-jarige leeftijd in IJsselstein op donderdag 6 juni 1844 met zijn 29-jarige achternicht Johanna Kasteleijn. Ze werd 16 januari 1815 geboren op het familiebedrijf aan Noord IJsseldijk 43 in IJsselstein als dochter van Jan Jans Kasteleijn en Annigje Bosch, een dochter van Teunis Teunisz Bosch (D5.2.7). Verder was Johanna een nicht van Pieters schoonzus Grietje Kasteleijn (D7.3).

Op het erf van het boerenbedrijf van Pieters ouders stonden twee vrijstaande huizen. De 66-jarige Marrige Beijen en de 71-jarige Teunis Jans Bosch woonde in één ervan en Johanna en Pieter betrokken de andere woonruimte. Ze werkten in de akkerbouw en maakten ook boter en kaas.

Er werden twee meisje geboren die maar enkele weken leefden. En op vrijdag 19 april 1850 stierf Johanna Kasteleijn in het kraambed, na de geboorte van haar derde kindje. Ook deze baby leefde maar zes weken. Pieter Bos bleef alleen achter. Zijn ouders waren intussen ook overleden en zijn oudste zus Jannigje Bosch (D7.1) erfde hun boerderij.

Het jaar daarop hertrouwde Pieter Bos op 35-jarige leeftijd in Lopik op vrijdag 13 juni 1851 met zijn 23-jarige achternicht Antonia Oskam, met de roepnaam Teuntje. Ze werd op 4 december 1827 geboren in Vleuten en was een dochter van Grietje Jansdochter Oskam en Jan Jillesz Oskam, die een zoon was van Annigje Jansdochter Bosch (D6.3).

Teuntje en Pieter woonden en werkten op de boerderij van zijn zus en kregen twee dochters en twee zoontjes. Omstreeks 1855 trok Jannigje Bosch met haar gezin in de behuizing van hun overleden ouders en werkten de twee families enkele jaren samen op het boerenbedrijf aan de Lopikerweg Oost in Lopik.

In het jaar 1861 kocht Pieter Bos een akkerbouwbedrijf in het naburige Benschop en vertrokken Antonia en hij met hun gezin daarheen. Toen ze een jaar in Benschop woonden stierven drie van hun vier kinderen. Alleen de 7-jarige Marrigje Bos leefde aan het eind van het jaar 1862 nog.

Aan het begin van het jaar 1863 werd hun zoon Jan Bos geboren op de boerderij in Benschop. Het jaar daarop kwam er een meisje ter wereld die maar een maand leefde. En negen dagen nadat ze was overleden, stierf ook haar moeder Antonia Oskam op donderdag 20 oktober 1864, ze werd 46 jaar. Drie jaar daarna overleed Pieters dochtertje Marrigje Bos op 13-jarige leeftijd.

Jan Bos en Margaretha Kool met hun dochtertje Antonia Bos. De foto werd omstreeks 1896 gemaakt toen Antonia ongeveer 9 jaar was. Zij huwde 16 maart 1911 te Benschop op 24-jarige leeftijd, met de 27-jarige Johannes Lekkerkerker. Geheel in lijn met de familietraditie waren ook zijn ouders neef en nicht en allebei kleinkinderen van Arie Jans Oskam en Marrigje Cornelisdochter Bosch (D5.2.6).

Alleen zoon Jan Bos werd volwassen. Hij zette het akkerbouwbedrijf in Benschop voort en trouwde in 1885 met Margaretha Kool. Deze bloedverwant in de zesde graad was een dochter van een achternicht van zijn moeder. Margaretha stamde af van Maria Florisdochter Oskam en Rijk-Gerrits Willems Verweij (D5.2.4). Jans vader Pieter Bos overleed dinsdag 7 april 1885 op zijn boerderij in Benschop, hij werd 69 jaar oud.

D7.11 Margaretha Bos, dochter van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 21 oktober 1816 geboren in Lopik. Ze overleed daar nog geen maand later op 16 november 1816.

D7.12 Magteltje Bos, dochter van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 16 oktober 1818 geboren in Lopik. Magteltje werd 3 jaar oud en overleed daar op 19 april 1822.

D7.13 Aletta Bos, dochter van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 8 oktober 1819 geboren in Lopik. Ze stierf daar twee weken later op 24 oktober 1819.

D7.14 Johannes Bos, zoon van Marrigje Beijen en Teunis Jans Bosch werd 19 maart 1822 geboren in Lopik. Hij overleed daar vier maanden later op 8 augustus 1822.

Teunisbloem D03
Teunisbloem D03