Generatie DD7.6

Jan Heijndricksz Bos (± 1585 – ± 1660) ~ Neeltje Leendertsdochter van der Wolf (± 1587 – 1630) ~ Mathijs Jansz Bos (± 1615 – < 1672) ~ Marrigje Maartensdochter (± 1617 – < 1672)

Jan Heijndricksz – ook aangeduid als Hendriksz – tevens Bos en Bosman genoemd, kleinzoon en naamgenoot van Jan Heynricksz Bosch (DD7.5) werd om en nabij het jaar 1585 geboren aan de Lange Linschoten een veenriviertje dat door het gebied Lange Linschoten – Snelrewaard stroomde. Hij was de oudste zoon van Heijndrick Jansz Bosch met het alias Bosman en de tweede zoon van Marrichgen (DD7.5). Hij trouwde omtrent 1609 met de circa 22 jarige Neeltje Leendertsdochter van der Wolf uit Bodegraven en vestigde zich daar.

Ook Bodegraven lag in het Stichts- Hollands grensgebied. Over het eigendomsrecht werd twee eeuwen lang getwist tussen de bisschop van Utrecht en de graven van Holland, die het in leen hadden gekregen van het bisdom.

In de 17e eeuw – toen het gewest Holland politiek en economisch de sterkste positie binnen de Republiek der Nederlanden had – werd Bodegraven geannexeerd. De Rijn vormde de grens. Het deel ten Noorden van de Rijn bleef Stichts leengebied onder Hollands bestuur en de Zuidzijde van Bodegraven werd eigendom van Holland.

Huize de Vrije Nesse te Bodegraven. Een copie van een tekening uit 1669, die verloren is gegaan. Nagetekend door Jacobus Stellingwerf (1667 – 1727). 

Jan Hendricksz Bos huurde een huis met berg en schuur in de Zuidzijderpolder van Bodegraven met in totaal 31 morgen en 85 roeden (19) aan landerijen. Bij de hoeve hoorde 14 morgen land. De andere akkers waren gelegen in Broekvelden, Vromade en in de Bodegraverkampen bij de Bodegraverwetering (20). Al het land lag dichtbij Huize de Vrije Nesse in het buurtschap Oud Bodegraven, dat toentertijd Vrijenes werd genoemd. 

Vrije Nes en omgeving, details van twee Bodegraafse landkaarten uit circa 1650.

De pijl op de rechterkaart wijst naar de plek waar het boerenhuis van de familie Bos stond. Deze was gelegen ter hoogte van de hedendaagse Oud Bodegraafseweg 23, aan de toenmalige Zuyt Syder Kade op de linkerkaart. Daarop sloot de Overtocht (direct daarboven op de kaart) aan.

De boerderij stond op enkele tientallen meters van de schuilkerk ter hoogte van Overtocht 20, waar later de Sint Willibrorduskerk werd gebouwd (21). De landerijen die bij de boerderij hoorden lagen rondom de hoge heerlijkheid Vrije Nes, een zelfstandig gebied (onderin beide kaarten) waaraan ook het aangrenzende buurtschap zijn naam dankte. Het land van Bos liep van de Rijn (bovenin beide kaarten) naar de Nes Kade en lag ook nog naast Vrije Nes in de Bodegraverkampen op de rechterkaart.

In Vrije Nes stond een molen die het water uit het gebied afmaalde op de Bodegraverwetering. Iets boven de molen werden op beide kaarten twee panden getekend aan de Bodegraver Dijck. Daar stonden een boerenwoning en de versterkte hoeve ‘Huize de Vrije Nesse’. Dit was het zomerverblijf van de landheer van Sluijpwijk en Vrijenes (22) en dat lag ter hoogte van de hedendaagse Oud Bodegraafseweg 112.

In deze omgeving groeiden Jan en Neeltjes kinderen, Heijndrick, Grietgen, Marritjen, Mathijs, Kniertjen en Huijbert Jans Bos op. In 1630 stierf Neeltje Leendertsdochter van der Wolf in het kraambed, na de geboorte van het nakomertje Hillitgen Jansdochter Bos. Jan Hendriksz Bos werd samen met zijn zwager Claes Leendertsz van der Wolf aangesteld als voogd over zijn zeven minderjarige kinderen (23).

Later kocht Jan Heijndriksz Bos ruim 9 morgen land in de Bodegraverkampen, welke hij eerst had gehuurd. In 1654 verkocht hij samen met zijn kinderen 2,4 morgen daarvan voor 1400 gulden aan een advocaat uit Gouda, die landerijen ernaast in bezit had (24). Alleen Hillitgen stond nog onder voogdij van haar oom omdat ze onmondig (jonger dan 25 jaar) was. Haar broers en zussen waren allemaal gehuwd.

Enkele jaren nadien overleed Jan Heijndrickz Bos, hij werd ongeveer 75 jaar oud. Tot zijn erfenis behoorde een boerderij met 10,4 morgen land in de Noordzijderpolder van Bodegraven. De jongste zoon Huijbert Jansz Bos woonde daar. Hij erfde het boerenhuis met bijgebouwen en 0,4 morgen grond eromheen en huurde de overige landerijen die hij gebruikte van de andere erfgenamen. Hillitgen die niet getrouwd was geweest, leefde al niet meer. Heijndrick, Grietgen, Marritjen, Mathijs en Kniertjen erfden elk twee morgen (1/5 deel) van het land dat bij Huijbert’s hoeve in de Noordzijderpolder hoorde.

De oudste zoon Heijndrick Jansz Bos had zich in de Weijlandse polder van Bodegraven gevestigd. Hij en de erfgenamen van zijn broer Mathijs Jansz Bos (DD7.6) verkochten op 29 april 1676 hun deel van het land in de Noordzijderpolder aan Huijbert Jansz Bos. Die bezat op 4 augustus 1683 acht morgen en kocht de laatste twee morgen van de erfgenamen van zijn zus Grietgen Jansdochter Bos. Maar Huijbert Jansz Bos overleed voordat de overdracht van dat land had plaatsgevonden. Zijn erfgenamen lieten deze twee morgen land op 12 januari 1692 alsnog overschrijven. En op 9 mei 1692 verkochten ze de boerderij in de Noordzijderpolder van Bodegraven met 10,4 morgen land, voor 3590 gulden (25).

DD7.6 Mathijs Jansz Bos met de roepnaam Thijs, de middelste zoon van Neeltje Leendertsdochter van der Wolf en Jan Heijndriksz Bos werd omstreeks 1615 geboren. Hij huwde rond 1639 op ongeveer 24 jarige leeftijd met de circa 22 jarige Marrigje Maartensdochter uit Bodegraven. Ze vestigden zich op de boerderij in Oud Bodegraven, welke Mathijs na zijn vader in huur nam. Ze kregen acht kinderen, twee overleden op jonge leeftijd. Maarten, Arien, Heijndrick en Leendert Mathijsz Bos en Neeltje en Trijntje Mathijsdochter Bos groeiden daar op en huwden.

Heijndrick Mathijsz Bos was de eerste jaren van de 18e eeuw ambachtsbewaarder (bestuurder) van de Zuidzijderpolder in Bodegraven. Hij gebruikte net als zijn overgrootvader Heijnrick Jansz Bosch (DD7.5) soms het alias Bosman. Vervolgens ging zijn nageslacht zich zo noemen en werd het hun ‘achternaam’.

Zijn vader Mathijs Jansz Bos werd op een gegeven moment eigenaar van de boerderij aan de Suyt Zyder Kade in Oud Bodegraven, met al het land dat hij en zijn vader eerder hadden gehuurd. Mathijs Bos en zijn vrouw overleden voor het jaar 1672. Marrigje Maartensdochter stierf als weduwe. Op 9 februari 1677 verkochten haar zes kinderen en erfgenamen 8,7 morgen land in Broekvelden en 7 morgen in de Bodegraverkampen (26).

De oudste zoon Maarten Mathijsz Bos (DD7.7) werd de volgende eigenaar van de hoeve die stond ter hoogte van Oud Bodegraafseweg 23, in Oud Bodegraven.