Generatie B10

Grietje van Bemmel 1865 – 1914 & Gerrit de Wit 1863 – 1936

Grietje van Bemmel

B10 Grietje van Bemmel werd geboren op maandag 7 augustus 1865 en was de oudste dochter van Magdalena van Bemmel en Cornelis van Bemmel. Ze kreeg dezelfde voornaam als haar grootmoeder Grietje van der Doos (B6.6). Dat was de naam van een vogel, die heden ten dage Grutto wordt genoemd.

Grietje werd geboren aan de Breudijk in Harmelen op boerderij de Hollenboom. Op het erf van die hoeve stond een grote holle notenboom. Als kind speelde ze in die boom. De holte vormde een prachtige schuilplaats en ze noemde zichzelf ‘Grietje van de holle boom’. Later ging ze naar de openbare lagere school in Harmelen die toen gevestigd was aan de Kalverstraat. Grietje liep erheen, het was twintig minuten lopen vanaf de boerderij aan de Breudijk (1).

Samen met haar broers Willem en Gert van Bemmel, was Grietje erfgename van een klein vermogen en daarom werd er een passende echtgenoot voor haar gezocht (2). Ze trouwde op 25 jarige leeftijd in Harmelen op donderdag 19 maart 1891 met de 27 jarige Gerrit de Wit, een bloedverwant in de 6e graad. Hij was de enige zoon van Klaas de Wit en de oudste zoon van Evertje Doornenbal (C9) een achternicht van Grietjes moeder Magdalena van Bemmel (B9).

Vermoedelijk realiseerden degenen die dit huwelijk arrangeerden zich niet dat hiermee drie afstammingslijnen van het geslacht de Wit werden samengevoegd. Gerrit de Wit werd geboren in Linschoten op vrijdag 26 juni 1863. Zijn vader overleed toen hij negen was en daarna verhuisden hij met zijn familie naar Woerden. Een jaar later hertrouwde zijn moeder en werd Eldert Bruijnes die bij hen op de boerderij als knecht had gewerkt, zijn stiefvader. 

De Hoge Ham is een monumentale boerderij aan de Parkweg 26 in Vleuten. De hoeve dateert oorspronkelijk uit omstreeks 1550 en werd drie eeuwen later verbouwd. In 2000 werd de deels gerietdekte hofstede gerestaureerd en kreeg daarbij een woonbestemming. Veel authentieke details zijn behouden gebleven in de boerderijgebouwen en de omgeving.
De Hoge Ham is een monumentale boerderij aan de Parkweg 26 in Vleuten. De hoeve dateert oorspronkelijk uit omstreeks 1550 en werd drie eeuwen later verbouwd. In 2000 werd de deels gerietdekte hofstede gerestaureerd en kreeg daarbij een woonbestemming. Veel authentieke details zijn behouden gebleven in de boerderijgebouwen en de omgeving.

Grietje van Bemmel en Gerrit de Wit pachtten omstreeks 1890 boerderij de Hoge Ham en hun kinderen werden er geboren. Een overzicht van de genealogie van dit gezin staat in kwartierstaat B10.  Ze kregen negen kinderen, drie overleden snel na de geboorte en zes meisjes zijn op de Hoge Ham opgegroeid (3)

Deze foto van de jongedames de Wit is gemaakt op boerderij de Hoge Ham in 1904. Het kleine meisje naast de kar is de 4 jarige Jaantje en naast haar staat de 12 jarige Evertje. Daarnaast staan Leentje, Sien en Cor en in de kar zit Grietje, toen ongeveer 2 jaar oud.
Deze foto van de jongedames de Wit werd gemaakt op boerderij de Hoge Ham in 1904. Het kleine meisje naast de kar is de 4 jarige Jaantje (B10.6) en naast haar staat de 12 jarige Evertje (B10.1). Daarnaast staan Leentje (B10.2), Sien (B10.3) en Cor (B10.4) en in de kar zit Grietje (B10.7), toen ongeveer 2 jaar oud.

De kleine meisjes zagen eruit als elfjes. Ze hadden een vader die altijd goed gekleed was en van lekkere luchtjes hield. In alle kasten lagen zakjes met geurkruiden tussen de kraakheldere kleding en hij rook zelf ook altijd heerlijk, want hij gebruikte haarwater van het merk ‘Berkenwater’. Toen de meisjes wat groter werden kregen ze sieraden van goud met parels en diamanten. Die mochten ze uitzoeken als medewerkers van juwelier ‘Schaap en Citroen’ uit Utrecht langs kwamen en hun waren uitstalden op de Hoge Ham.

Hun moeder Grietje van Bemmel had allerlei kwaaltjes en ging zo nu en dan samen met vader naar dokter Solman, een kruidenarts in Amsterdam. Ze gaf net als haar voormoeder Marrigje Leendertsdochter de Wit (4.2) leiding aan het kaasmaken op de boerderij. En evenals Marrigje had Grietje dat van haar moeder geleerd.

Tijdens het kaasmaken werd de waterachtige substantie uit de melk (wei), gescheiden van een massa van samengeklonterd eiwit (wrongel). Die wrongel werd in een vochtdoorlatende doek verpakt en in een kaasvorm geplaatst. Vervolgens werd dat  – als al het vocht eruit gelekt was – elders in de boerderij neergezet om tot kaas te rijpen. De wei die wegvloeide werd eerst afgeroomd en eens in de week werd daar weiboter van gemaakt. De rest werd aan de varkens gevoerd.

De hele procedure speelde zich af in het wringhuis, die vlakbij een boenhok stond. Dat stenen huisje met een pannendak stond dichtbij de sloot. Want daarin werd het materiaal dat gebruikt was bij het kaasmaken en het melkgerei zoals emmers en melkbussen, schoongespoeld en gereinigd.

Gedurende deze werkzaamheden stierf Grietje van Bemmel plotseling op donderdag 28 mei 1914, ze werd 48 jaar oud. De dag daarvoor was ze nog met de trein naar Wageningen geweest om haar oudste dochter Evertje de Wit te bezoeken. Die was een maand eerder getrouwd en enkele weken daarvoor – tijdens de festiviteiten ter voorbereiding van dit huwelijk – was de moeder van de bruid onwel geworden, tot grote schrik van de familie.

Haar weduwnaar Gerrit de Wit hertrouwde niet en nam huishoudsters in dienst om zijn huishouden te bestieren. Omdat er in de omgeving geen geschikt personeel te vinden was, nam hij buitenlandse dames aan. Ook had hij verschillende knechten die hard moesten werken. Zelfs als er gepauzeerd werd, was alles erop gericht om snel weer door te gaan. Zo kwam de baas zelf rond theetijd als eerste naar binnen en dan moest de deksel van de pot om de thee vast af te koelen, zodat die vlug werd opgedronken en het personeel gauw weer aan de slag kon.

Gerrit de Wit 1863 – 1936
Gerrit de Wit 1863 – 1936

Gerrit de Wit was de laatste mannelijke voorouder uit het geslacht de Wit. Hij was een voorname rijke boer, die net als zijn voorouders in grootfamilie verband leefde. Als familiehoofd was hij vergelijkbaar met zijn voorzaat Cornelis Willemsen With (2.1) de patriarch uit de gouden eeuw. Echter de periode waarin ze leefde verschilde niet alleen hemelsbreed in tijd, maar ook in economische omstandigheden. Voorvader Cornelis Willemsen voerde de familie aan in tijden van voorspoed, terwijl voorvader Gerrit de Wit een  crissismanager is geweest. Hij viel in bij ziekte en hielp zijn kinderen toen ze het arm hadden in de crisisjaren (4).

Want in 1929 brak een wereldwijde economische crisis uit, die in Nederland vanaf 1931 leidde tot grote economische stagnatie en enorme werkloosheid. In korte tijd halveerde de industriële productie, daalden de landbouwprijzen met meer dan vijftig procent en zakte de handel met het buitenland in. Als gevolg daarvan steeg de werkeloosheid.

In de winter van 1935 had bijna een kwart van de loonafhankelijke beroepsbevolking geen werk. En niet alleen arbeiders hadden ernstig te lijden onder de gevolgen van de crisis, ook maatschappelijke groepen die traditioneel altijd ‘boven hen’ hadden gestaan werden zwaar getroffen.

De grote depressie van de jaren dertig luidde het definitieve einde in van de standenmaatschappij, of wat daar nog van over was. Veel aristocraten die ondanks de snelle maatschappelijke veranderingen sinds de jaren tachtig van de 19e eeuw hun ‘stand hadden kunnen ophouden’ raakten in grote financiële problemen en konden een vernederende sociale daling niet ontlopen. Dit gold ook voor veel boeren wier inkomen door de dalende landbouwprijzen drastisch terugliep. Zodoende moesten velen noodgedwongen een leven gaan leiden dat nauwelijks van dat van hun knechten verschilden.

Gerrit de Wit overleefde zijn geliefde vrouw meer dan dertig jaren en stierf op 72 jarige leeftijd aan longontsteking in boerderij de Hoge Ham te Vleuten, op dinsdag 28 januari 1936.

Kinderen:

B10.1 Evertje de Wit, dochter van Grietje van Bemmel en Gerrit de Wit werd geboren op hofstede de Hoge Ham in Vleuten op vrijdag 15 januari 1892.

Huwelijksaankonding

Evertje de Wit trouwde op 22 jarige leeftijd in Vleuten op donderdag 23 april 1914 met de 29 jarige Nicolaas Antonie Zeldenrijk met de roepnaam Klaas, die voor haar vader werkte als boerenknecht (5). Hij kwam ter wereld op een boerderij ter hoogte van  Mijndensedijk 23 in Loenen aan de Vecht. Dat gebied hoorde toentertijd bij de gemeente Loosdrecht en de hoeve lag naast de Mijndense sluis. Klaas werd daar op zaterdag 22 november 1884 geboren als zoon van Adriana Lam (zie fotogalerij) en haar neef Dirk Zeldenrijk. Zeven jaar na de geboorte van Klaas kochten zijn ouders buitenhuis Breevecht in Vreeland en bouwden daar een boerderij. 

Getuige bij het huwelijk van Evertje de Wit en Klaas Zeldenrijk was Cornelis Lam die vlakbij hofstede de Hoge Ham woonde, op boerderij de Lage Hoeve in Vleuten. Hij was een oom van de bruidegom en een vriend van de vader van de bruid. Na haar huwelijk trok Evertje de Wit weg uit het westen van de provincie Utrecht, waar haar voorouders meer dan drie eeuwen hadden geleefd. Ze vestigde zich met haar echtgenoot Klaas Zeldenrijk op boerderij Livonia aan de Grebbedijk in Wageningen.

In 1916 – het jaar dat zijn oudste dochter ter wereld kwam – verschenen er twee artikelen over Klaas Zeldenrijk in de krant.

Arnhemsche courant 14 september 1916.
Arnhemsche courant 13 november 1916.

Zijn boerderij Livonia lag vlakbij de Grebbeberg en de Laarseberg, aan de Grebbelinie. Dat was niet alleen een waterkering, maar ook een verdedigingslinie tegen invallende vijandelijke legers. Tijdens de mobilisatie – voor het uitbreken van de 2e wereldoorlog – werden alle gebouwen aan de Grebbedijk ontruimd en in de meidagen van 1940 toen de oorlog met Duitsland uitbrak, werd daar fel gevochten.

Op 12 mei 1940 stak een groep Nederlandse soldaten de voorgebouwen van boerderij Livonia in brand om een rookgordijn te creëren tegen de Duitse troepen, die uit Wageningen over de Grebbedijk oprukten. Niemand kon meer een hand voor ogen zien en de Nederlandse troepen schoten op alles wat bewoog. Evertje de Wit maakte de 2e wereldoorlog niet meer mee, zij overleed vijf jaar daarvoor.

Evertje de Wit 1892 - 1935
Evertje de Wit

Tussen 1916 en 1926 werden er op boerderij Livonia vijf kinderen geboren, Adriana (zie fotogalerij), Grietje, Lena (Magdalena), Dirk (zie fotogalerij) en Gerrit Zeldenrijk. De oudste drie meisjes gingen in Wageningen naar de lagere school (1). Ze liepen erheen over de Grebbedijk en de heen en terugweg kostte ze gemiddeld vijfenveertig minuten. Maar meestal renden ze hele stukken om sneller thuis te zijn.

Aan het eind van de twintiger jaren werd de boerderij verkocht en vertrokken ze uit Wageningen. Er werd een kleiner bedrijf gekocht in Vreeland, aan de Nigtevechtseweg naast de boerderij van de ouders van Klaas Zeldenrijk. Zodoende vestigde Evertje de Wit zich omstreeks 1929 in hetzelfde dorp als waar eens haar voorvader Gerrit van den Bosch (C7) op kostschool had gezeten. En daar werd haar zesde kind Evertje Zeldenrijk geboren.

Evertje de Wit was mentaal en fysiek een sterke vrouw, die nooit ziek was. Maar op 43 jarige leeftijd overleed ze plotseling op de boerderij in Vreeland op dinsdag 12 maart 1935. Drie jaar later hertrouwde haar weduwnaar Klaas Zeldenrijk op 53 jarige leeftijd in Vreeland op woensdag 25 mei 1938 met de 35 jarige Gerritje Cornelia Kooij, met de roepnaam Ger. Ze werd geboren in Vreeland op vrijdag 20 juni 1902 en was een dochter van Johanna van Rhee en Rijk Kooij.

Ger en Klaas kregen vier kinderen, één overleed op twee jarige leeftijd. Nicolaas Anthonie Zeldenrijk stierf op 77 jarige leeftijd op de boerderij in Vreeland op vrijdag 17 augustus 1962. Zijn weduwe Gerritje Cornelia Kooij overleed ruim twintig jaar later op 82 jarige leeftijd in Twello op donderdag 22 november 1984.

Grietje Zeldenrijk met dochter, omstreeks 1950 op het erf van de voormalige boerderij ter hoogte van Wagendijk 13 in Kockengen
Grietje Zeldenrijk met dochter, omstreeks 1949 op het erf van de voormalige boerderij ter hoogte van Wagendijk 13 in Kockengen.

Grietje Zeldenrijk – één van de dochters van Evertje de Wit en Klaas Zeldenrijk – woonde en werkte van 1939 tot 1942 op hofstede de Hoge Ham in Vleuten. Twee jaar later kwam ze op een boerderij in Kockengen terecht die honderdvijfenzestig jaar eerder door Jacob de Wit (C5.5) in nieuw staat werd betrokken. Zie D10.5

B10.2 Magdalena de Wit, roepnaam Leentje dochter van Grietje van Bemmel en Gerrit de Wit werd geboren op hofstede de Hoge Ham in Vleuten op donderdag 4 mei 1893.

Leentje de Wit 1893 – 1920
Magdalena de Wit

Ze trouwde op 25 jarige leeftijd in Vleuten op donderdag 17 oktober 1918 met de 27 jarige Jan Oskam. Hij werd geboren op donderdag 23 oktober 1890 aan het hedendaagse adres Wagendijk 12 in Kockengen en was een zoon van Grietje Hoogendoorn en Cornelis Oskam, die daar een boerenbedrijf hadden.

Jan Oskam stamde via zijn vader af van Cornelia Teunisdochter Bosch en Jan Teunisz Bosch de beide kinderen van Marretje Cornelisdochter Kemp en Teunis Jans Bosch (D3). Zijn voorouders waren Jan Ariens Oskam en Grietje Jansdochter Bosch (D4.13). Jan’s grootmoeder Janna Hoogendoorn, stamde af van hun kleindochter Cornelia Bos. Zij was een dochter van Maagje Jansdochter Oskam en Jan Jans Bosch (D5.1.6). En Jan’s grootvader Cornelis Oskam, stamde af van Maagje broer Arie Jans Oskam die huwde met Marrigje Cornelisdochter Bosch (D5.2.6).

Verder was Jans moeder Grietje Hoogendoorn een zuster van Neeltje (A7.9) en Marretje Hoogendoorn – wiens dochter Johanna de Lange met haar man Teunis Bos (D10) naast hen woonden aan de Wagendijk in Kockengen. Grietje Hoogendoorn stierf in 1899, toen Jan Oskam 9 jaar was. Zijn vader Cornelis Oskam hertrouwde in 1902 met Aartje van den Broek. De stiefmoeder van Jan Oskam was een nicht van Cornelis van den Broek, de man van Jannigje Bos (D10.2).

Na hun huwelijk vestigde Leentje en Jan zich op een boerderij met het hedendaagse adres Spengen 2 in Kockengen. Jan volgde daar een familielid op die geen kinderen had. In 1919 baarde Leentje een zoon genaamd Cornelis Oskam, die 91 jaar oud werd en kinderloos stierf. Hij staat met zijn vader op een familiefoto (zie fotogalerij). Zijn moeder stierf toen hij een jaar oud was. Magdalena de Wit werd maar 26 jaar. Ze overleed donderdag 19 februari 1920 op de boerderij in Spengen.

Magdalena stierf aan de Spaanse griep, een agressieve influenza met hoge koorts, keelpijn en spierpijn. Het virus kwam tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914 – 1918) met Amerikaanse soldaten mee naar de Europese slagvelden. De griep werd met Spanje geassocieerd omdat Spaanse kranten er als eerste over schreven. Iemand die besmet werd overleed binnen enkele dagen. In Nederland stierven er ongeveer 40.000 mensen aan. Wereldwijd kwamen twintig tot honderd miljoen mensen om het leven.

Jan Oskam hertrouwde drie jaar later op 32 jarige leeftijd in Kockengen op donderdag 18 oktober 1923 met de 26 jarige Johanna Maria van Oosterom. Zij werd geboren in Baarn op maandag 30 november 1896 als dochter van Johanna Maria Lam en Teunis van Oosterom. Hij was een neef van Nicolaas Antonie Zeldenrijk (B10.1) en Antoon Zeldenrijk (B10.3). Jan en Johanna kregen vijf kinderen. Hun derde kind Magdalena Oskam, werd vernoemd naar Jans eerste vrouw Leentje de Wit. Johanna Maria van Oosterom stierf op 36 jarige leeftijd op de boerderij in Spengen op zaterdag 8 april 1933. Jan Oskam overleed op 77 jarige leeftijd in Renkum op vrijdag 1 december 1967. 

B10.3 Clasina Adriana de Wit, roepnaam Sien dochter van Grietje van Bemmel en Gerrit de Wit werd geboren op hofstede de Hoge Ham in Vleuten op donderdag 18 oktober 1894.

Sien de Wit 1894 - 1977
Clasina Adriana de Wit

Zij trouwde op 26 jarige leeftijd in Vleuten op donderdag 23 december 1920 met de 27 jarige Antoon Zeldenrijk. Hij werd geboren aan de Nigtevechtseweg 33 in Vreeland op woensdag 29 november 1893 en was een zoon van Adriana Lam (zie fotogalerij) en haar neef Dirk Zeldenrijk. Antoon was een broer van Klaas Zeldenrijk, de man van Sien’s zus Evertje de Wit (B10.1).

Voormalige boerderij van de familie Zeldenrijk aan de Winkeldijk in Abcoude
Voormalige boerderij ‘Vrederust’ in Abcoude waar Sien de Wit en Antoon Zeldenrijk zich vestigden. Deze hofstede stond aan de Winkeldijk en brandde in mei 1927 geheel af. Daarna hebben ze aan de overzijde een nieuwe boerderij laten bouwen. Die werd medio 2004 gesloopt in verband met verbreding van snelweg A2.

Sien de Wit en Antoon Zeldenrijk hadden een boerenbedrijf aan de Winkeldijk in Abcoude. Daar werden twaalf kinderen geboren, waaronder twee tweelingen. Eén baby kwam dood ter wereld. Toen de kinderen klein waren had Sien de Wit – net als haar vader – buitenlandse dienstbodes die haar hielpen in het huishouden en met de kinderen. Al haar elf kinderen groeiende op en huwden. Dat waren Jaantje (Adriana, zie fotogalerij), Grietje (zie fotogalerij), Geertje (Geertruida Margaretha), Lenie (Magdalena Cornelia, zie fotogalerij), Dirkje, de tweeling Gerrit en Eefje (Evertje Clasina), Siny (Clasina Adriana), de tweeling Dirk en Antoon en de jongste telg Klaas (Nicolaas Antonie) Zeldenrijk.

Clasina Adriana de Wit stierf op zaterdag 2 april 1977 in Amsterdam, 82 jaar oud. Ze was gevallen en had haar heup gebroken. Er ontstonden complicaties omdat ze suikerziekte had en daar overleed ze aan. Haar weduwnaar Antoon Zeldenrijk overleed anderhalf jaar later op 84 jarige leeftijd op vrijdag 27 oktober 1978 in Vinkeveen. Momenteel zijn er 31 kleinkinderen en meer dan honderd achterkleinkinderen.

B10.4 Cornelia Magdalena de Wit, roepnaam Cor dochter van Grietje van Bemmel en Gerrit de Wit werd geboren op hofstede de Hoge Ham in Vleuten op maandag 17 augustus 1896.

Cornelia Magdalena de Wit 1896 - 1959
Cornelia Magdalena de Wit

Ze trouwde op 34 jarige leeftijd in Vleuten op vrijdag 17 april 1931 met haar 33 jarige buurman Dirk van Selm, die woonde op de naburige hofstede de Lage Ham. Hij werd geboren in Wilnis op vrijdag 28 mei 1897 en was een zoon van Clazina Nap en Jacobus van Selm. Adriana Lam (zie fotogalerij) en Anna Maria van der Grift (C7.2) waren nichten van Dirk’s vader. En zijn moeder was een achterkleindochter van Jan Hendriks Nap, een broer van Aaltje Nap (C5.5).

Cor de Wit, was de laatste dochter van Gerrit de Wit die trouwde en zij vestigde zich met haar man op de Hoge Ham. Toen haar vader overleed, volgde haar echtgenoot Dirk van Selm hem op. Ze kregen drie zonen en één van hen stierf op 2 jarige leeftijd. Jaap (Jacobus) en Jan van Selm groeiden op, huwden en er werden nakomelingen geboren. Cornelia Magdalena de Wit overleed op 63 jarige leeftijd op woensdag 4 maart 1959 op hofstede de Hoge Ham in Vleuten, waar zij geboren was. Haar weduwnaar Dirk van Selm overleed er op vrijdag 22 september 1967, hij werd 70 jaar oud.

B10.5 Adriana en Jannetje de Wit, tweelingdochters van Grietje van Bemmel en Gerrit de Wit werden geboren op hofstede de Hoge Ham in Vleuten op woensdag 11 januari 1899. Adriana overleed toen ze dertien weken was op vrijdag 14 april 1899. Jannetje overleed met veertien weken op donderdag 20 april 1899.

B10.6 Adriana Jannetje de Wit, roepnaam Jaantje dochter van Grietje van Bemmel en Gerrit de Wit werd geboren op hofstede de Hoge Ham in Vleuten op zaterdag 3 november 1900. Toen Jaantje ongeveer 17 jaar was liet ze zich samen met haar oudere zussen fotograferen in Utrecht (zie fotogalerij). Ze trouwde op 26-jarige leeftijd in Vleuten op donderdag 4 november 1926 met haar 32-jarige achterneef Willem Doornenbal. Hij werd dinsdag 6 februari 1894 geboren op de Leijdels Hoeve, aan het hedendaagse adres Teckop 20 in Kamerik. Willem was een zoon van Adriana Bos en Willem Doornenbal (C8.10) die niet meer leefde en een oom van Jaantjes vader Gerrit de Wit was. 

Familiefoto op het erf van hofstede de Hoge Ham in Vleuten, tijdens de bruiloft van Jaantje de Wit met haar achterneef Willem Doornenbal op donderdag 4 november 1926.
Familiefoto op het erf van hofstede de Hoge Ham in Vleuten, tijdens de bruiloft van Jaantje de Wit met haar achterneef Willem Doornenbal op donderdag 4 november 1926.

Achteraan van links naar rechts: Antoon Zeldenrijk en Sien de Wit (B10.3), Jan Oskam en Johanna Maria van Oosterom (B10.2), Klaas Zeldenrijk en Evertje de Wit (B10.1), Cornelis Jan Smit (C9.2) en Gerrit Cornelis van Bemmel (B9.2) naast de dames met wie ze bruiloft vierden,  Magdalena Cornelia van Bemmel (B9.2), Johanna Smit en Rijk Gerritse Verweij (C9.2), Laurus Meulenberg en Adriana Gerarda van Bemmel (B9.2).

Tweede rij: Marrigje van Vliet en Gijsbert Bos (D9.13), Gerrigje Zaal en haar man Jan Thomas Doornenbal (C8.10), Adriana Doornenbal (C8.10) en haar man Isaac Kastelein, Antje Hoogeboom en haar man Pieter Doornenbal (C8.10), Nicolaas Smit (C9.2) naast de dame met wie hij bruiloft vierde, Grietje de Wit en Gert Smit (B10.7), Cor de Wit en Dirk van Selm (B10.4), Evertje Doornenbal (C8.10), daarnaast staat de buitenlandse dame die deze bruiloft organiseerde, ze was de huishoudster van Gerrit de Wit (B10), dan vermoedelijk twee bedienden die de huishoudster assisteerden en dan Jan Samsom en zijn vrouw Neeltje Doornenbal (C8.10).

Vooraan: Johan van Vliet (neef van Marrigje van Vliet links achter hem) en zijn vrouw Janna Adriana Doornenbal (C8.10), waarschijnlijk Jannetje de Wit (C9.5), Adriana de Wit (C9.2), moeder van de bruidegom Adriana Bos (C8.10), bruid en bruidegom (B10.6), vader van de bruid Gerrit de Wit (B10), Gerrit van Bemmel en Anthonia Cornelia de With (B9.3), Willem van Bemmel (B9.2).

Na hun huwelijk vestigde Jaantje de Wit en Willem Doornenbal zich op een nieuwe boerderij. Die boerderij werd ‘Pieter Hendriks Hoeve’ genoemd, naar Pieter Hendrik van den Broeke de overleden vader van de eigenaar. De hoeve werd gebouwd aan het hedendaagse adres Teckop 14 in Kamerik op land dat werd gepacht door Willems moeder Adriana Bos (D8.15). Het boerenbedrijf met ongeveer 60 hectare land, werd gesplitst en verdeeld tussen Willem en zijn broer Pieter Doornenbal. Pieter bleef op de Leijdels Hoeve wonen en Willem kreeg de Pieter Hendriks Hoeve in erfpacht.

Jaantje de Wit en Willem Doornenbal hadden één zoon die vernoemd werd naar zijn vader en grootvader. Willem Doornenbal junior werd 57 jaar en is kinderloos overleden. Toen hij 4 jaar oud was overleed zijn moeder Adriana Jannetje de Wit op 32-jarige leeftijd op de Pieter Hendriks Hoeve in Teckop, op vrijdag 3 maart 1933.

Haar weduwnaar Willem Doornenbal hertrouwde zes jaar later op 45-jarige leeftijd in Kamerik op donderdag 27 april 1939 met de 34-jarige Aagje Gerrebregje van den Bosch. Zij werd geboren op zaterdag 8 oktober 1904 in Loenersloot en was een dochter van Willem van den Bosch en Geertje Gijsen. Aagje en Willem kregen een zoon en twee dochters. Willem Doornenbal overleed op de Pieter Hendriks Hoeve, Teckop 14 in Kamerik op woensdag 19 oktober 1977, 83 jaar oud. Zijn weduwe Aagje Gerrebregje van den Bosch overleed daar op zaterdag 29 januari 1983, 78 jaar oud.

B10.7 Grietje de Wit, dochter van Grietje van Bemmel en Gerrit de Wit werd geboren op hofstede de Hoge Ham in Vleuten op zaterdag 2 augustus 1902. Als kind speelde ze vaak met haar buurjongen Pieter Lam en ook toen ze groter waren trokken ze samen op (zie fotogalerij). Hij was een maand jonger dan zij en woonde vlakbij op hofstede de Lage Hoeve. Ze gingen samen naar de lagere school. En later trouwde twee neven van Pieter – Klaas (B10.1) en Antoon Zeldenrijk (B10.3) – met zussen van Grietje de Wit. 

Schoolfoto van de hervormde school te Vleuten in 1912. De 10 jarige Grietje de Wit staat op de één na bovenste rij, ze is het tweede meisje van rechts. Ze staat naast een onbekende jongen en twee plaatsen naar links staat haar schoolvriend Pieter Lam. De drie meisjes achter hem met dezelfde kleding aan, zijn Pieters zussen Geertruida, Aaltje en Wijntje Lam (zij is de kleinste die het meest links staat). Helemaal links staat het hoofd van de school, meester Knopper. En op de voorste rij in het midden zitten twee jongen naast elkaar met witte bloesjes aan, dat zijn Arie en Nico van Selm (de kleinste), twee jongere broers van Dirk van Selm (B10.4).
Schoolfoto van de hervormde school te Vleuten in 1912. De 10 jarige Grietje de Wit staat op de één na bovenste rij, ze is het tweede meisje van rechts. Links naast haar staan een jongen en een meisje en daarnaast staat Grietjes schoolvriend Pieter Lam. De drie meisjes achter hem met dezelfde kleding aan, zijn Pieters zussen Wijntje, Aaltje en Adriana Lam (zij is de kleinste die het meest links staat). Helemaal links staat het hoofd van de school, meester Knopper. En op de voorste rij in het midden zitten twee jongens naast elkaar met witte bloesjes aan, dat zijn Arie en Nicolaas van Selm (de kleinste), twee jongere broers van Dirk van Selm (B10.4).

Op 26 januari van het jaar 1906 kwam een aantal leden van de kerkenraad van de hervormde gemeente Vleuten en de Haar (Haarzuilens) bijeen om te praten over de oprichting van een school met de bijbel in Vleuten. De mogelijkheden hiertoe waren ineens aanwezig, omdat door een wetswijziging een financiële bijdrage van de overheid mogelijk was. Om daarvoor in aanmerking te komen moesten ouders in de regio aangeven dat ze bijzonder onderwijs voor hun jonge kinderen wilden.

Ook Gerrit de Wit die toen nog drie dochters onder de twaalf jaar had, tekende om de subsidieaanvraag van de kerk te ondersteunen. En toen de openbare school een nieuw gebouw kreeg, kwam die ruimte beschikbaar voor de nieuw op te richten hervormde school.

Dat gebouw stond aan de Groeneweg (de tegenwoordige Schoolstraat). Daar hadden de twee oudste zussen van Grietje de Wit – Evertje (B10.1) en Leentje (B10.2) – op de openbare lagere school bij meester Kees Valkenstein in de klas gezeten. De grote meerderheid van de bevolking van Vleuten was rooms katholiek en meester Valkenstein werd in 1885 als onderwijzer van de openbare school aangesteld omdat hij dezelfde religieuze achtergrond had als de meeste dorpsbewoners.

De aanstelling van roomse leerkrachten viel echter in verkeerde aarde bij een deel van de protestantse minderheid en dat bracht de hervormde kerkenraad, gesteund door de gereformeerde kerk er toe om zelf een lagere school op te richten. Voor 3000 gulden (huidige koopkrachtwaarde €34.000,-) werd de voormalige openbare school annex onderwijzerswoning van de gemeente gekocht. Om dat te bekostigen werd een lening door de diaconie van de hervormde kerk verstrekt.

Op 30 april 1907 werd de school officieel geopend en kwamen er 56 leerlingen – waaronder de 10 jarige Cor de Wit (B10.4) en de 6 jarige Jaantje de Wit (B10.6) – verspreid over zes klassen op wat toen de ‘Hervormde school van Vleuten en de Haar’ werd genoemd. En het jaar daarop – in 1908 toen ze 6 waren – gingen ook Grietje de Wit en Pieter Lam erheen (1)

B10.7.1 In 1926 kreeg Grietje de Wit een relatie met haar neef Gerrit Smit uit Kamerik. Een jaar daarna was ze zwanger en moest er getrouwd worden. In die tijd veroordeelde kerken van alle gezindten seksuele gemeenschap voor het huwelijk. Ook de hervormde kerk waartoe de familie de Wit behoorde, vond het niet stichtelijk.

De visie van de kerk stond haaks op de gewoonten van boeren. In die kringen werd nog steeds vrije seksuele omgang voor het huwelijk gedoogd, als de partner tot dezelfde groep, buurt of familie behoorde. Veel van Grietjes voormoeders zoals Elisabeth Uittenboogaard (A6) en Jannetje Pijnse van der Aa (A7) mochten niet eens trouwen als ze geen kind verwachtten. Pas toen duidelijk was dat ze zwanger waren, gaven de ouders toestemming voor het huwelijk en bestelden ze de dominee om de kerkelijke ceremonie te doen.
Maar boeren hadden die status allang niet meer en de kerk richtte zich inmiddels op het bijbrengen van burgermansfatsoen. Dominee Adrianus Teunis Vink (1874 – 1934) van de hervormde kerk in Vleuten – die ook voorzitter was van het schoolbestuur van de lagere school waar Grietje op had gezeten – weigerde voor straf haar huwelijk kerkelijk in te zegenen. Acht jaar eerder had hij ook al geweigerd om haar oudere zus Sien de Wit (B10.3) te trouwen, omdat ze zwanger was. De schande dat die rituelen niet werden uitgevoerd tijdens de bruiloft, bedierf in beide gevallen de feestvreugde (6).
Grietje de Wit
Grietje de Wit

Op 25 jarige leeftijd trouwde Grietje de Wit in Vleuten op donderdag 10 mei 1928 met haar 27 jarige neef Gerrit Smit, met de roepnaam Gert. Hij werd geboren in Kamerik op maandag 17 september 1900 en was een zoon van Gerrit Smit en Adriana de Wit (C9.2) een zus van Grietjes vader. Gert Smit heeft zijn vader nauwelijks gekend, die overleed toen hij 4 jaar oud was. Hij werkte bij zijn moeder op de Melvill Hoeve aan de Houtdijk 11 in Kamerik.

Na zijn huwelijk betrok hij met Grietje een personeelswoning op het terrein van dat boerenbedrijf. Hier werd drie maanden later hun zoon Gert (Gerrit, zie fotogalerij) geboren. Een jaar nadien kwam Jan (Cornelis Jan) Smit er ter wereld.

Op 1 mei 1930 werd herenboerderij Eikenstein op het adres Haanwijk 15 in Harmelen gehuurd en verhuisden ze daarheen. Er werden nog zes kinderen geboren, een meisje overleed toen ze drie maanden oud was. Nico (Gerrit Nicolaas), Grietje, Adriaan, Jeanne (Adriana) en Kees (Cornelis Leendert) Smit groeiden daar op, samen met hun oudere broers Jan en Gert Smit.  

Grietje de Wit overleed op dinsdag 17 januari 1978 op de boerderij in Harmelen, 75 jaar oud. Haar weduwnaar Gerrit Smit stierf daar tien jaar later op donderdag 16 juni 1988, 87 jaar oud. Al hun kinderen huwden en momenteel zijn er 17 kleinkinderen en 21 achterkleinkinderen. 

Herenboerderij Eikenstein, Haanwijk 15 te Harmelen in de winter 1942 – 1943
Herenboerderij Eikenstein, Haanwijk 15 te Harmelen in de winter 1942 – 1943.

Grietje de Wit en Gerrit Smit woonden met hun gezin op herenboerderij Eikenstein die in de 19e eeuw werd gebouwd op fundamenten van een 17e eeuwse hofstede. In één van de bijgebouwen zijn sporen van een karnmolen aangetroffen (7) .

Tekening van een paarden karnmolen
Tekening van een paarden karnmolen.

Zo’n molen werd voortbewogen door een rondlopend paard. Op die manier werd vroeger op grote boerenbedrijven room afgescheiden uit melk (karnen) en tot boter gemaakt.  

Verder hoorde er bij boerderij Eikenstein 23 morgen land, waarvan 19 morgen in Haanwijk lag en 4 morgen in Reijerscop (het hedendaagse Groenendaal). Een morgen was ongeveer een hectare groot. Met die term werd een gebied aangeduid dat in een ochtend (morgen) kon worden omgeploegd. Het was een maat die stamde uit de 17e eeuw toen de voorouders van Grietje de Wit en Gerrit Smit daar op diezelfde plek een boerenhofstede hadden, met landerijen in Haanwijk en Groenendaal (toentertijd Reijerscop Kreuningen genoemd).

Ze wisten het niet maar vanaf 1675 huurden hun voorouders zowat honderd jaar van geslacht op geslacht, daar en in de directie omgeving boerderijen. De omstandigheden waaronder zij er woonden en werkten zijn niet met elkaar te vergelijken, want dat waren andere tijden. Hun geschiedenis staat in de verhalen van generatie 1.5, generatie 2, generatie 3, generatie 4.2 en generatie 4.2.4.