Generatie D1

Anthonis Jansz Bosch ± 1600 – ± 1667 & Neeltje Jaspersdochter ± 1605 – 1667

Schilderij van de Vrouwe van IJsselstein, Anna van Egmond (1533 – 1558).
Schilderij van de Vrouwe van IJsselstein, Anna van Egmond (1533 – 1558)

Deze en volgende generaties van het geslacht Bos leefden in de baronie van IJsselstein. Tot die heerlijkheid behoorden de stad IJsselstein, de dorpen Benschop en Noord Polsbroek en het buurtschap Eiteren dat bestuurlijk onder IJsselstein viel. In 1551 trouwde de schatrijke erfgename van dit grondgebied, Anna van Egmond met prins Willem van Oranje. Het huwelijk maakte van Anna een prinses en Willem kreeg de titel baron van IJsselstein.

Ten tijde van de Republiek der Nederlanden (1588 – 1795) was baronie IJsselstein een zelfstandige enclave in de Lopikerwaard, die buiten het rechtsgebied van het land viel en formeel onder gezag van de familie van Oranje-Nassau stond. Omdat ze nog meer functies hadden, bemoeiden de meeste Oranjes zich nauwelijks met IJsselstein. Er werd een drost aangesteld, die namens de baron het dagelijks bestuur voor zijn rekening nam. Naast hem hadden de burgemeester van IJsselstein en de schouten van de omliggende dorpen zitting in het baroniebestuur. 

D1 Anthonis Jansz Bosch met de roepnaam Thonis vestigde zich in de baronie van IJsselstein. Hij werd om en nabij het jaar 1600 geboren in het Nedereind van Jutphaas, als zoon van Beatrice Rutgersdochter en Jan Dircksoon Bosch (D01). Omstreeks 1630 huwde hij met Neeltje Jaspersdochter, ook genoemd Engelen die rond 1605 werd geboren in de baronie van IJsselstein. Ze kwam uit een gegoede familie en had een broer en vier zussen: Cornelis Jasperszoon en Geertje, Ingeltje, Merrigje en Dirkje Jaspersdochter. Drie van hen overleden jong, alleen Geertje en Dirkje werden samen met Neeltje volwassen. Haar vader was al overleden voor Neeltje trouwde en haar moeder Geertje Dirksdochter was hertrouwd (1). Thonis en Neeltje namen have en goed over van haar familie en betrokken haar ouderlijk huis dat was gelegen in het buurtschap Eiteren.

Gezicht vanuit Eiteren op IJsselstein. Kopergravure met bovenin het stadswapen van IJsselstein, uitgegeven in 1674 te Antwerpen door Caspar Bouttats. Tekenaar, Joannes Peeters.

Eiteren of Eyteren was een agrarisch gebied ten noordwesten van de stad IJsselstein gelegen aan weerszijde van de Hollandse IJssel. De waterkeringen langs beide oevers moesten het achterliggende land beschermen tegen overstromingen. De dijk aan de rechteroever was de Noord IJsseldijk die indertijd IJsseldijk werd genoemd. Aan de linkerzijde lag de Zuid IJsseldijk, een waterkering in het boezemgebied van de rivier. Voor de ontwatering was een sloot gegraven en daarachter lag een opgehoogd pad. Deze landweg en het gebied eromheen werd Achtersloot genoemd. De kern van de landstreek was het dorp Eiteren, dat ook Heyteren werd genoemd. Het lag aan de linkeroever van de rivier, rondom een kerkje.

Het houten beeldje van Maria van Eiteren
Het houten beeldje van Maria van Eiteren

In deze kapel bevond zich een klein notenhouten beeldje van Maria met kind. En zolang het daar stond, was er van heinde en ver een grote toeloop van volk. Want de Vrouwe van Eiteren gold als wonderdoend. De legende over de vondst van het beeldje werd beschreven door Adrianus ter Lauw, pastoor in IJsselstein tussen 1673 en 1696: ‘Eiteren is een klein buurtje gelegen een kwartier gaans buiten IJsselstein, langs de rivier de IJssel naar de kant van Montfoort. Op een akkerland is daar dit zo alom vermaarde Lieve Vrouwebeeldje in oude tijden door slootgravers het eerst gevonden en die zijn daarmee naar IJsselstein gegaan en hebben het aan de pastoor gegeven, die het in de Sint Nicolaaskerk geplaatst heeft. Doch zie, dit beeldje is zonder toedoen van iemand ter wereld, tot twee of drie keren daar vandaan geraakt en telkens weer in Eiteren gevonden’.

Tussen 1310 en 1342 werd nabij de vindplaats een kapel gebouwd, ter verering van Maria van Eiteren. Het was een bedevaartsoord met als hoogtepunt de jaarlijkse prossessie omstreeks 24 juli. Tijdens de beeldenstorm in 1566 werd de kapel vernield en in 1579 tot de fundamenten afgebroken. De bedevaarten naar Onze Lieve Vrouwe van Eiteren bleven bestaan, maar de processies werden na de reformatie verboden. 

Tegenwoordig bevindt de Vrouwe van Eiteren zich in de Sint Nicolaas Basiliek (2). In bovenstaande documentaire over ‘bedevaarten en processies’ loopt de Utrechtse historicus Maarten van Rossem mee in de ommedracht. Want sinds 1936 wordt het Lieve Vrouwebeeldje weer jaarlijks rondgedragen langs de grondvesten van de kapel in Eiteren, op de vierde zondag van juli.

Neeltje Jaspersdochter en Anthonis Jansz Bosch woonden tegenover het dorp Eiteren. Hun boerenwoning lag aan de andere zijde van de Hollandse IJssel aan de Noord IJsseldijk, dat grensde aan het Nedereind van Jutphaas waar Thonis vandaan kwam. De grond van de boerderij hadden ze in erfpacht van de baron van IJsselstein.  Ze gebruikten circa 20 hectare akkerbouwland aan de Noord IJsseldijk. Ook hadden ze land in eigendom in de Achterslootbuurt.  

Toen ze ongeveer vijfendertig jaar getrouwd waren, op 14 juli 1666 lieten Neeltje en Thonis een testament opmaken. Neeltje was lichamelijk gezond, maar Anthonis lag ziek te bed en daarom kwam de burgemeester van IJsselstein Herman Willems Cosijns ’s avonds samen met een schepen bij hen thuis langs om het testament op te stellen. De echtgenoten vermaakten aan de langst levende het vruchtgebruik van hun bezit (3). Thonis werd weer beter maar het jaar daarop overleed Neeltje, ze was ongeveer 62 jaar oud.

De Oude Sint Nicolaaskerk werd rond 1310 gebouwd en was de parochiekerk van het buurtschap Eiteren en de stad IJsselstein. De kerk werd genoemd naar de beschermheilige van de stad. In 1577 – tijdens de reformatie - werd het een protestantse kerk.
De Oude Sint Nicolaaskerk werd rond 1310 gebouwd en was de parochiekerk van het buurtschap Eiteren en de stad IJsselstein. De kerk werd genoemd naar de beschermheilige van de stad. In 1577 – tijdens de reformatie – werd het een protestantse kerk.

Neeltje Jaspersdochter werd 16 juli 1667 begraven in het familiegraf dat Anthonis Jansz Bosch had gekocht in het koor van de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein. Op 5 augustus 1667 verkocht hij zijn hoeve aan zijn zoon Jan Thonisz Bosch (D1.2), waarbij hij een deel reserveerde voor eigen gebruik (4). Anthonis Jansz Bosch stierf enkele maanden nadien, omtrent 67 jaar oud. Op 29 mei 1668 werd door zijn erfgenamen 1½ morgen akkerbouwgrond in Nederoudeland (hoger gelegen land tussen de Achtersloot en de Zuid IJsseldijk) van de hand gedaan (5).

Kinderen:

D1.1 Jasper Thonisz Bosch, zoon van Neeltje Jaspersdochter en Anthonis Jansz Bosch werd om en nabij het jaar 1633 geboren in het buurtschap Eiteren van de baronie IJsselstein. 

Archief Woerden: Index huwelijksregister gereformeerde kerk Jutphaas
Huwelijksregister gereformeerde kerk Jutphaas

Jasper trouwde op 11 december 1659 in de kerk op het Kerkveld te Jutphaas met Annigje Jansdochter van Rooijen, ook geschreven als Van Royen en Van Roeijen. Ze werd omstreeks 1635 geboren in het Nedereind van Jutphaas als dochter van Jan Jansz van Rooijen en Reijmptgen Jan Sandersdochter.

Jasper en Annigje kregen zes kinderen, één baby overleed. Zoon Jan was 7 jaar oud, Peter 4, dochter Ingeltje 3 en Reijmpje 1 jaar, toen hun vader stierf op ongeveer 34-jarige leeftijd. Jasper Thonisz Bosch werd drie weken eerder dan zijn moeder begraven in het familiegraf in de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein, op 25 juni 1667. De volgende dag werd zijn jongste zoon Jasper daar gedoopt. Jan Jansz van Rooijen, Annigjes oudere broer werd aangesteld als voogd van haar kinderen.  

Annigje Jansdochter van Rooijen hertrouwde op 8 september 1670 in de Jacobikerk te Utrecht met Jan Jacobse uit Bunnik. De predikant van de Nicolaaskerk in IJsselstein, Jodocus van Laren (± 1610 – 1677) trad op als getuige bij dit huwelijk. Annigje stierf twee jaar later op circa 37-jarige leeftijd en werd 31 oktober 1672 begraven te IJsselstein (6).

D1.2 De tweeling Jan en Cornelis Thonisz Bosch, zonen van Neeltje Jaspersdochter en Anthonis Jansz Bosch werden geboren in het buurtschap Eiteren en gedoopt in de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein op zondag 24 februari 1639 (7). Cornelis overleed voor 1642 en alleen Jan groeide op. Hij huwde omtrent 1664 met Neeltje Teunisdochter de Woerden uit Jutphaas.  Zie verder D2

D1.3 Engeltgen Thonisdochter Bosch, dochter van Neeltje Jaspersdochter en Anthonis Jansz Bosch werd gedoopt in de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein op zondag 10 januari 1641. Ze werd vernoemd naar haar tante Ingeltje Jaspersdochter die niet meer leefde. Haar tante Geertje Jaspersdochter trad op als doopgetuige. Engeltgen stierf op jonge leeftijd. 

D1.4 Bejatris Thonisdochter Bosch, dochter van Neeltje Jaspersdochter en Anthonis Jansz Bosch werd geboren in het buurtschap Eiteren en gedoopt in de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein op zondag 9 januari 1642. Ze huwde omstreeks 1664 met Jacob Cornelisz die omstreeks 1640 in Eiteren ter wereld kwam.

Jacob en Bejatris vestigden zich in het buurtschap Eiteren en kregen vijf dochters, drie overleden jong. Alleen Lijntje en Dirkje Jacobsdochter groeiden op. Dirkje werd vernoemd naar haar oudtante Dirkje Jaspersdochter, die getuige was bij haar doop op 9 oktober 1670 in de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein. Ze heeft haar moeder niet gekend. Bejatris Thonisdochter Bosch overleed rond 1672 amper 30 jaar oud.

Haar weduwnaar hertrouwde op 1 januari 1674 in de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein met de 30-jarige Aaltje Gijsbertsdochter Borsch. Zij werd 31 december 1643 gedoopt in de gereformeerde kerk te Lopik en was een dochter van Marrigje Cornelisdochter en Gijsbert Jan Thomasz Borsch uit Zuid Polsbroek. Er werden nog vijf kinderen geboren, waarvan er vier jong overleden. Cornelis Jacobsz groeide samen met Lijntje en Dirkje op en ze huwden alle drie. Aaltje Borsch en Jacob van Eyteren werden ouder dan 45 jaar en overleden na 1687.

D1.5 Cornelis Thonisz Bosch, de tweelingbroer van Bejatris Thonisdochter Bosch (D1.4) werd om gezondheidsredenen anderhalve maand na zijn tweelingzus gedoopt in de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein op zondag 27 februari 1642.

Bladzijde uit het doopboek anno 1642 van de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein. De doopinschrijving van de tweeling Bejatris Thonisdochter op 9 januari en Cornelis Thonisz op 27 februari zijn met de pijl aangegeven.

Cornelis werd net als zijn overleden broertje vernoemd naar zijn oom Cornelis Jaspers die niet meer leefde. Cornelis Thonisz Bosch huwde omtrent 1664 met Jannigje Teunisdochter de Woerden (8). Ze was de jongste zus van Neeltje Teunisdochter de Woerden, de vrouw van Cornelis oudere broer Jan Thonisz Bosch (D2). Jannigje werd gedoopt op 29 september 1639 in de gereformeerde kerk van Jutphaas en was een dochter van Annigje Gerritsdochter Oom en Teunis Jansz de Woerden, die daar koster was. Daarom werden Jannigje en haar familie ook weleens aangeduid met de toenaam ‘Coster’.

Jannigje en Cornelis kregen acht kinderen, vijf stierven als baby. Hun zoon Jaep werd gedoopt in de Nicolaaskerk te IJsselstein op 15 november 1665, Jan op 26 april 1674 en Antonij op 16 maart 1679. Van hen zijn verder ook geen levenstekens meer gevonden.

Cornelis Thonisz Bosch overleed kinderloos op 77-jarige leeftijd. Hij werd 11 mei 1719 begraven in het familiegraf in de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein. Zijn weduwe Jannigje Teunisdochter de Woerden werd 81 jaar oud. Zij werd daar 14 september 1721 begraven.

D1.6 De tweeling Marijken en Merritgen Thonisdochter Bosch, dochters van Neeltje Jaspersdochter en Anthonis Jansz Bosch werden gedoopt in de Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein op zondag 26 februari 1643.

Doopboek Oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein, 26 februari 1643. De naam van de vader van tweeling ‘Tonis Jansz’ is onjuist genoteerd als ‘Tonis Petersz’ (7).

Marijken werd vernoemd naar Marycken Gijsbertsdochter, de grootmoeder van haar vader en Merritgen heette naar de overleden zus van haar moeder, Merrigje Jasperdochter. Beide meisjes zijn jong gestorven.

Teunisbloem D03
Teunisbloem D03