Generatie DD7.7

Maarten Mathijsz Bos (± 1640 – 1724) & Annigje Laurensdochter van der Pauw (1639 – 1725)

Maarten Mathijsz Bos, de oudste zoon van Marrigje Maartensdochter en Mathijs Jansz Bos (DD7.6) werd omtrent 1640 geboren te Bodegraven (27). Hij trouwde op 14 december 1666 in Woerden met Annigje Laurensdochter van der Pauw. Ze werd daar op 18 september 1639 gedoopt en was een dochter van Teuntje Jansdochter van der Griep en Laurens Willemsz Pauw. Ze hadden een boerderij in polder de Bree en huurden ook land aan de andere kant van de Rijn, in Bekenes.

Maarten en Annigje vestigden zich op de hoeve van zijn familie in Oud Bodegraven. Nadat zijn ouders waren overleden huurde Maarten deze boerderij met 14 morgen land, van de andere erfgenamen. In het voorjaar van 1672 kocht hij voor zichzelf en als voogd over zijn minderjarige zus en drie minderjarige broers, zijn zuster Neeltje Mathijsdochter Bos uit. Zij was gehuwd en woonde in Barendrecht (28).

Pentekening van Valentijn Klotz, 1672. Gezicht op het fort (schans) tussen Bodegraven en Nieuwerbrug van waaruit de verdediging van het gewest Holland werd geleid in het rampjaar 1672. Dat is heden ten dage 350 jaar geleden, luister naar de podcast.

Enkele maanden nadien vielen de Fransen de Republiek der Nederlanden binnen. Om een vijandelijke bezetting van de welvarende Hollandse steden te voorkomen werd een brede strook land – tussen de Zuiderzee bij Muiden tot aan de Merwede – onder water gezet. Bodegraven lag achter deze waterlinie. In december 1672 bevroor het water en gingen de Fransen het ijs op. Ze werden teruggedreven bij Gouwsluis onder Alphen aan de Rijn, door de Staatse troepen.

Toen gaf de Franse bevelhebber Luxembourg zijn leger het bevel om over het ijs naar de Bodegraafse Meije te trekken en vandaaruit de vesting Holland te overmeesteren. Maar het begon te dooien, de Fransen zakten door het ijs en moesten hun plan opgeven. Een legermacht van ongeveer 20.000 man keerde om en ging op weg naar Woerden, dat in Franse handen was.

Anonieme tekening gebaseerd op een pamflet van Romeyn de Hooghe (1645 – 1708) welke stadhouder Willem III in januari 1673 liet drukken om de Republiek te informeren over de Franse gruweldaden in Zwammerdam en Bodegraven.

De verbitterde Fransen bereikten eind december Zwammerdam en trokken door de Noordzijderpolder Bodegraven binnen. In beide dorpen ging dat gepaard met enorme plunderingen, moord en brandstichting. De meeste bewoners waren gevlucht. Wie geen goed heenkomen had gezocht werd afgemaakt.

In de Noordzijderpolder werd onder meer een boerderij naast die van Maartens oom Huijbert Jans Bos (DD7.6) totaal verwoest. En van de gereformeerde kerk in Bodegraven bleef alleen nog een stuk van de toren staan. De herstelwerkzaamheden namen veel tijd in beslag. In 1683 meldden schout en ambachtsbewaarders van Bodegraven bij de Staten van Holland dat 36 huizen in het dorp en 25 in de polder nog niet gerepareerd waren.

Wel werd direct na het drama, in opdracht van stadhouder Willem III begonnen om de Rijndijk aan de Wiericke te versterken met een schans. In juli 1673 was het ‘Groot fort aen den cleynen Wierick’ klaar. Dit fort, de Wierickerschans was een nieuwe schakel in de Oude Hollandse Waterlinie. Het verdedigingswerk werd later nog maar zelden gebruikt en heeft eigenlijk alleen in dat rampzalige jaar 1672 de vijand ervan weten te weerhouden om de rijke Hollandse steden te veroveren.

Annigje Laurensdochter van der Pauw was tijdens die catastrofale dagen rond de jaarwisseling 1672/73 hoogzwanger op de vlucht geslagen met haar familie. En een half jaar voor de Wierickerschans klaar was, werd er weer een jongetje geboren met de naam ‘Mathijs Bos’. Annigje van der Pauw en Maarten Bos kregen tien kinderen. Eén overleed op jonge leeftijd. Vijf dochters en vier zonen groeiden op in Oud Bodegraven. Sommige van hen probeerden zich te onderscheiden van de vele Bos’sen in de omgeving en gingen – net als hun voorouders – een andere achternaam gebruiken.

DD7.7 Kinderen van Annigje Laurensdochter van der Pauw en Maarten Mathijsz Bos. De oudste dochter ontbreekt in dit schema. Dat was Marrigje Maartensdochter Bos. Zij werd 7 september 1667 gedoopt in Bodegraven en aldaar begraven op 3 juni 1716. Zij huwde in 1695 te Woerden met weduwnaar Dirck Gerritsz Honcoop.

In 1702, op 62-jarige leeftijd kocht Maarten Mathijsz Bos een huis, met erf en boomgaard in de Zuidzijderpolder bij de Wierickerschans. Daar brachten hij en Annigje hun oude dag door. Maarten Mathijsz Bos overleed op 84-jarige leeftijd, hij werd begraven in Bodegraven op 16 december 1724. Op 17 februari 1725 verkochten zijn weduwe en haar zonen Jan en Mathijs Maartens Bos (DD7.8) het huis bij de Wierickerschans (29). Aan het eind van dat jaar stierf Annigje Laurensdochter van der Pauw. Ze werd 86 jaar oud en op 19 december 1725 begraven te Bodegraven.