Parenteel Bos

In de loop van de tijd is men op diverse plekken de achternaam ‘Bos’ gaan dragen. In parenteel Bos staan twee familiegroepen die zo heten. De oudst gekende van de eerste familie is Jan (ook wel Johan) van Bosch die omtrent 1490 wordt geboren in Driebergen    op de Utrechtse Heuvelrug. Deze landstreek is aan het begin van onze jaartelling geheel bebost. Dat verandert rond het jaar 1000 als de toenemende bevolking overgaat tot houtkap om de velden geschikt te maken voor landbouw.

Gezicht op de Hoofdstraat van het dorp Driebergen. Links het dak van de Sint Catharinakapel ter hoogte van 115, in het midden herberg en gerechtshuis Het Wapen van Driebergen thv 162 en rechts het logement De Prins van Oranje [voorheen De Prins van Vrieslant] thv 156/158. En daartussen het herbergiershuis thv 160. Prent uit omstreeks 1788 naar een tekening van Jan Bulthuis en in ‘t koper gebracht (gedrukt) door K.F. Bendorp.
Ten tijde van de geboorte van Jan van Bosch begint het heetveld (ontgonnen bosgrond) uitgeput te raken. In het geheel ontboste duinachtige landschap van Driebergen staan een kapel, een herberg en een paar boerderijen aan zanderige landweggetjes, omgeven door bloeiende heidevelden waar schapen worden geweid. De schapenmest wordt gebruikt om de vruchtbaarheid van het heetveld te bevorderen.

Het boerenhuis waar Jan van Bosch omstreeks 1490 ter wereld komt, staat ter hoogte van Langbroekerdijk 17 en wordt in 1650 Dennenburg genoemd. De hoeve staat in het ontgonnen broekland van de Kromme Rijn en hij en zijn  familie zijn zeer welvarend. Zodoende zijn ze vermeld in oud-rechtelijke boeken en is er iets over hen bekend.

Jan van Bosch gebruikt ruim 100 morgen land in Driebergen en omgeving. Hij pacht 34 morgen heetveld in de Eng en het gerecht de Horst in Driebergen en 5 morgen in het buurtschap Velpen te Doorn. Hier wordt via de drieslagmethode boekweit, haver en rogge verbouwd. Ook gebruikt hij 10 morgen akkerbouwland bij kasteel Sterkenburg en 34 morgen in de buurtschappen Driebergerbroek en Aderwinkel.

Bovendien heeft Jan 24 morgen land in Driebergerbroek in leen gekregen van de Kasteelvrouwe van Beverweerd in Werkhoven (1). De landerijen lopen van hoge naar lage grond. Het heetveld in het glooiende landschap gaat over in moerasland, dat onder zijn leiding wordt ontgonnen en verandert in vruchtbaar bouwland.

In onderstaand filmpje uit de serie ‘1 km Langbroekerdijk’ die in 2021 is uitgezonden door RTV Utrecht is het gebied te zien en de kastelen Beverweerd en Sterkenburg met de huidige bewoners.

In 1713 duidt de rentmeester van Beverweerd het door Jan van Bosch ontgonnen leengoed aan met de toepasselijke naam ‘Broekbergen’.

Dat jaar wordt Annigje Ariesdochter van Dijk – de vrouw van Teunis Jans Bosch (D5.2) – daar geboren, in een boerenhoeve aan de Engweg. De agrarische functie van de streek is aan het afnemen. Het landschap verandert, er wordt weer bos aangeplant. En in 1755 maakt deze boerderij plaats voor landhuis Broekbergen.

Maar dan leeft voorvader Jan van Bosch allang niet meer. Hij trouwt omtrent 1520 met een vrouw uit de polder Atteveld onder Odijk. Ze brengt 6 ½ morgen daargelegen kleigrond in bij hun huwelijk. In het nabijgelegen buurtschap Vechten bij Bunnik neemt Jan een boerderij met 10 morgen bouwland in erfpacht en hij gebruikt ook nog 42 morgen in Zeist.

Hij en zijn vrouw wonen in een boerenwoning in het buurtschap Aderwinkel aan de Beverweertse Steeghe (thans Veensteeg) in Driebergen. Zijn vrouw overlijdt daar na de geboorte van haar derde kind. Dan gaat Jan een relatie aan met een dame uit Jutphaas. Zij wordt de stiefmoeder van zijn jonge kinderen en krijgt voor zover bekend zelf ook drie kinderen.

Hieronder is het gezin van Jan van Bosch en zijn zes kinderen in schema gezet:

De oudste generatie: Jan van Bosch en zijn gezin (2).

De toenaam ‘van Bosch’ is tot vandaag de dag doorgegeven via de middelste zoon Dirck Jansoon Bosch (D0). Ook de voornaam Anthonis (met de varianten Thonis, Teunis, Teuntje, Teunie, Anton en Anthony) is van generatie op generatie overgedragen door zijn nakomelingen.

De familienaam van dit geslacht van akkerbouwers is gedurende de 16e en 17e eeuw in oude gerechtsboeken tamelijk consequent gespeld als ‘Bosch’. Die spelling wordt aangehouden, ondanks het feit dat men het toen ook weleens anders heeft geschreven. Want voor 1810 bestaat er nog geen uniforme schrijfwijze. Pas rond die tijd wordt de achternaam ‘Bos’ officieel vastgelegd in de registers van de burgerlijke stand. En hoewel het later af en toe toch weer op de ouderwetse manier op papier is gezet, staat vanaf dat moment de geslachtsnaam in de nieuwe schrijfstijl genoteerd.

Zodoende is in de genealogie van het gezin van Teunis Jans Bosch (D7) de achternaam van de oudere kinderen anders gespeld dan die van de jongsten.

Naambord van de Bosweg in polder Achtienhoven en de Bosch, bij Woerdense Verlaat.

En de nakomelingen van Teunis Jans Bosch zijn dubbele Bos’sen. Want zijn vrouw Marrigje Beijen en zijn schoondochter Jannigje de Bruijn (D8) stammen allebei in vrouwelijke lijn – via hun moeders – uit het Stichts-Hollandse geslacht van den Bossche (DD7) t/m (DD7.9).

In de stammenreeks is te volgen hoe de middeleeuwse toenaam van den Bossche zich ontwikkelt tot de famienaam Bos. Die men – in dit welvarende handelsgeslacht – vier eeuwen lang heeft gebruikt in combinatie met de voornaam Mathijs (Thijs, Tijs).

Hun familienaam komt van de vesting Den Bosch die omstreeks het jaar 1000 is gebouwd bij het Woerdense Verlaat. De hedendaagse Bosweg – langs de Boschwetering – loopt dwars door natuurgebied de Haeck waar deze burcht heeft gestaan.

De familiekroniek van beide geslachten komt tevoorschijn door de linken onder ‘Generaties Bos’ aan te klikken.